Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) stok, stokje, zie ook stekske, stekhout, sjtekske
2) been
3) mager persoon
VD2014 online: gewestelijk
WNT: In de oorspronkelijke, reeds in het Middelnederlands bekende en nog thans in Zuid-Nederlands gewone betekenis: Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen: dun stokje, staak, stekkebenen, zeer mager mensch …
- in zegswijzen: stek, van zijne ~ vallen, van zijne stek zijn, van zijne stek geraken, van zijn stekken zijn
1) De hond speelt met ne stek.
Ze raapt wat stekken uit de doos om de stoof aan te maken.
Dat stekhout moet eerst drogen voor het in de stoof kan.
2) Zij is een grote en heeft lange stekken.
Hij dansten op zijn stekkebeenen, Corn.-Vervliet (1899).
3) Amai, dat is ne magere stek. Die komt percies van Biafra (biafra, van ~ komen).
1) stok, stokje, zie ook stekske, stekhout, sjtekske
2) been
3) mager persoon
VD2014 online: gewestelijk
WNT: In de oorspronkelijke, reeds in het Middelnederlands bekende en nog thans in Zuid-Nederlands gewone betekenis: Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen: dun stokje, staak, stekkebenen, zeer mager mensch …
- in zegswijzen: stek, van zijne ~ vallen, van zijn stek raken, van zijne stek zijn, van zijne stek geraken, van zijn stekken zijn
1) De hond speelt met ne stek.
Ze raapt wat stekken uit de doos om de stoof aan te maken.
Dat stekhout moet eerst drogen voor het in de stoof kan.
2) Zij is een grote en heeft lange stekken.
Hij dansten op zijn stekkebeenen, Corn.-Vervliet (1899).
3) Amai, dat is ne magere stek. Die komt percies van Biafra (biafra, van ~ komen).
1) stok, stokje, zie ook stekske, stekhout, sjtekske
2) been
3) mager persoon
VD2014 online: gewestelijk
WNT: In de oorspronkelijke, reeds in het Middelnederlands bekende en nog thans in Zuid-Nederlands gewone betekenis: Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen: dun stokje, staak, stekkebenen, zeer mager mensch …
- in zegswijzen: stek, van zijne ~ vallen, van zijn stek raken,
van zijne stek zijn, van zijne stek geraken, van zijn stekken zijn
1) De hond speelt met ne stek.
Ze raapt wat stekken uit de doos om de stoof aan te maken.
Dat stekhout moet eerst drogen voor het in de stoof kan.
2) Zij is een grote en heeft lange stekken.
Hij dansten op zijn stekkebeenen, Corn.-Vervliet (1899).
3) Amai, dat is ne magere stek. Die komt percies van Biafra (biafra, van ~ komen).
1) stok, stokje, zie ook stekske, stekhout, sjtekske
2) been
3) mager persoon
VD2014 online: gewestelijk
WNT: In de oorspronkelijke, reeds in het Middelnederlands bekende en nog thans in Zuid-Nederlands gewone betekenis: Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen: dun stokje, staak, stekkebenen, zeer mager mensch …
- in zegswijzen: stek, van zijne ~ vallen, van zijn stek raken,
van zijne(n) stek zijn, van zijne(n) stek geraken, van zijn stekken zijn
1) De hond speelt met ne stek.
Ze raapt wat stekken uit de doos om de stoof aan te maken.
Dat stekhout moet eerst drogen voor het in de stoof kan.
2) Zij is een grote en heeft lange stekken.
Hij dansten op zijn stekkebeenen, Corn.-Vervliet (1899).
3) Amai, dat is ne magere stek. Die komt percies van Biafra (biafra, van ~ komen).
magere beentjes
SN/NL: spillebenen
zie ook stek, stekkebeen; verzamellemma geneeskunde
Niet direkt in het elftal van Barcelona met je stekkebenen!
Zeer snelle stofwisseling, waardoor ik amper iets bijkom —> smalle polskes en stekkebenen. (9lives.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
