Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kast (meubel), ook als tweede deel van samenstellingen: keukenkas, slaapkamerkas, bureaukas…
vgl. rijs
in uitdrukkingen:
kas, alles uit zijn ~ halen
Keukenkas in 2delen 2,00m lang. Bovendeel 110h. Vijf deuren. (advertentie 21/11/15)
> andere betekenis van kas
liniaal
rokkostuum, jas met zwaluwstaart
zie synoniemen bij pitteleir
niet te verwarren met een billenkletser (VL ‘bil’ = NL ‘dij’)
De begrafenisondernemer draagt een kontenkletser.
zeer goede mop, of meer algemeen ook een hilarisch toneelstuk, …
SN/NL: dijenkletser
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel dijenkletser
zie ook bil
Die mop die ge me daar verteld hebt is nen echten billekletser.
bank, spaarbank, spaarkas, kassa
→ Fr. la caisse (= de kassa, de geldkist)
zie ook spaarkaske
in uitdrukkingen:
kas, de ~ spijzen
De kas is vrijdag gesloten omdat het dan een feestdag is. Ge zult die verrichting dus best donderdag doen.
> andere betekenis van kas
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
