Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
frullen, aandacht (knuffels en/of strelingen) opzoeken.
Veelal gebruikt ivm kinderen of huisdieren.
ne flok/ ne flokker : mens of dier die/dat komt frullen.
Die hond komt constant met zijn kop tegen je aan duwen. Die zou de hele dag komen flokken als je hem laat doen.
Flauwvallen.
Als die ook nog maar een spatje bloed ziet, draait die de luis uit.
Je moet wel iets eten, straks draai je nog de luis uit.
Flauwvallen.
Als die ook nog maar een spatje bloed ziet, draait die de luis uit.
Je moet wel iets eten, straks draai je nog de luis uit.
Reeds iets of niets gegeten hebben.
Eet die reep hier al op, dan heb je toch al iets in je lijf.
Ik heb nog niets in mijn lijf, straks val ik nog flauw.
Hij is vertrokken zonder iets in zijn lijf, hij zou onderweg wel ergens wat te eten kopen.
Keramische pot waarin smout bewaard wordt. Veelal een hoge, bolle kruik met twee handvatten.
Tevens in uitdrukkingen bruikbaar voor de aan- of afwezigheid van overvloed ofte grote hoeveelheid.
Vermoedelijk heet het gehucht “Smoutpot” omdat er ooit nog een depot heeft gestaan met een overvloed aan vanalles.
Het is geen Smoutpot → Zoals het is geen vetpot.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.