Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gestolen, weggenomen
Mijn man heeft weer de laatste zak chips uit het schap geschoept.
Ze hebben mijn fiets aan’t station geschoept.
struikelen
Ook al zeggen ze in Diest, waarvan ik afkomstig ben “strunkelen”, mijn schoonmoeder (uit Bekkevoort) zei böttelen (beuttelen).
Ik strunkelde aan de voordeur over mijn eigen voeten en böttelde tot aan de achterdeur.
om de haverklap
(Antw.) verbastering van aanhoudend /oan aa w.ent/
Onze hond is ambetant, önavenden wil hij buiten.
ze niet allemaal op een rijtje hebben, gestoord, gek
Van Eddy Wally heb ik altijd al gedacht dat daar een vijs bij los zit. Persoonlijk denk ik zelfs meer dan één.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.