Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    stokmossel
    (de ~ (v.), ~len, ~s)

    Het is een langwerpig schelpdier.
    Ook in de culinaire wereld scheermesjes, heften, mesheften genoemd.

    Een stokmossel is een schelpdier dat leeft in de Noordzee en goed klaargemaakt is het zeer lekker.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 May 2012 18:57
    0 reactie(s)

    tefrente

    Vaak horen gebruiken in de uitdrukking “tefrente keren”: vaak, dikwijls.

    Ook West-Vl regio Kortijk-Roeselare
    ook in Antw.
    eveneens regio Waasland, Oost-Vlaanderen
    “tefreint”
    Antw. Kempen: tefrent betekent verschillend

    Hij ès hier tefrente keren geweest, maar ’k moest nie vele van diene charlatan weten.

    Regio Meetjesland
    Bewerking door fansy op 07 May 2012 06:26
    1 reactie(s)

    pee
    (de ~ (m.), ~ën)

    oudere kerel

    WNT: Modern lemma: pee
    znw. m., mv. -ën. In Z.-Nederl. Opgevat als verkorting van peer (fr. père, lat. pater), doch in sommige toepassingen wellicht een ander woord.
    1. Eigenlijk. Vader.
    2. In ’t algemeen voor: een man, een kerel, dikwijls ook in ongunstigen zin gebruikt. In deze bet. soms opgevat als eene afkorting van Peter of Petrus.
    “Een rare pee” De Bo (1873).
    3. Inzonderheid: een oud man, meestal met het bijdenkbeeld van afgeleefdheid: een versleten mensch. Gewoonlijk in den verkl. peetje (oudtijds petjen, pitjen) en peeken. Ook in tegenstelling met metje, meeken.

    Dien ouwe pee heeft veel grappige verhalen over zijn jeugd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 May 2012 06:24
    1 reactie(s)

    pee
    (de ~ (m.), ~ën)

    oudere kerel

    WNT: Modern lemma: pee
    znw. m., mv. -ën. In Z.-Nederl. Opgevat als verkorting van peer (fr. père, lat. pater), doch in sommige toepassingen wellicht een ander woord.
    1. Eigenlijk. Vader.
    2. In ’t algemeen voor: een man, een kerel, dikwijls ook in ongunstigen zin gebruikt. In deze bet. soms opgevat als eene afkorting van Peter of Petrus.
    “Een rare pee” De Bo (1873).
    3. Inzonderheid: een oud man, meestal met het bijdenkbeeld van afgeleefdheid: een versleten mensch. Gewoonlijk in den verkl. peetje (oudtijds petjen, pitjen) en peeken. Ook in tegenstelling met metje, meeken.

    Dien ouwe pee heeft veel grappige verhalen over zijn jeugd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 May 2012 06:23
    1 reactie(s)

    roeëf
    (de ~ (v.))

    het korstje op een genezende wonde (gedroogd bloed)
    zie → roof
    (Antw.) omgekeerd /r.e oef/ “rouf” – verkleinw. /r.ef k.e/

    ’k Heb u al zo dikwijls gezegd dat ge niet moogt zitten pulken aan die roeëf. Ge gaat er nog littekens aan overhouden!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 07 May 2012 06:22
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.