Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
glad, gelettig, gelattig
In de winter kan de weg nog al es glattig zijn als het heeft gevrozen.
goor, marginaal, vuil en oppervlakkig. Vooral gebezigd door jongeren. Wellicht gegroeid uit schraal bier → schrale kroeg → schrale mensen etc.
Te gebruiken als bijvoeglijk naamwoord, of als bijwoord. In dat laatste geval is het vooral een uitroep die met een verlengde à wordt gebruikt.
Als bn.
- Amai, wat een schrale kroeg is dat hier…
- Zie naar al die schraal venten met hun hangsnor!
Als bw.
- Gisteren is’em wakker geworden op den dorpel voor zijn kot, met zijn gat in zijnen eigen kots
- Schrààààl!
overgeven of kotsen
Als je te veel bier hebt gedronken, moet je spouwen.
bordeel
zie ook alg. kot
meerv. soms ook: hoerekotes
De baan tussen Mechelen en Leuven staat vol met hoerenkoten.
chaotische situatie, veel drukte en lawaai
ook: zottekeskot
vgl. ook zottekesspel
Wat is dat hier voor een zottekot? En zet die muziek af!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.