Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
stuk taart
dikke snede, homp
Voor wie de laatste spie smurfentaart ?
slet, snol
zie ook: allemansgerief
Antw. (v.)
Heist o/d berg (m.)
Ze noemen haar de matras omda half ’t dorp er al opgelegen heeft…
veel plaats innemen
Ge spoort weer zo breed me uw ellebogen, krijg ’kik ook nog wa plaats?
iamand die vaak of lang aan de bar zit, kroegloper
toogplakker
Als de Jef van Marie gedaan heeft met werken gaat hij recht naar de kroeg. Ik hoor Marie nog altijd zeggen dat ze nooit zou trouwen met nen tooghanger.
iemand die graag in z’n luie stoel zit
ne plucheplakker, ne zetelklever
Tijdens de week ben ik ne zetelhanger en in ’t weekend nen tooghanger.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.