Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. magneet
komt voor in verschillende vormen: grote, kleine, lange, ronde, dikke, dunne, rechte of kromme.
Lange, rechte plekijzers heten staafmagneten.
Trekijzers in een U-vorm heten hoefijzermagneten.
zie ook: plakijzer, trekizer, trekstaal, plekijzer
2. gereedschap:
- voor het zetten van de tanden van een zaag
- om laminaatparket tegen mekaar aan te leggen (ook slagijzer genoemd)
- voor loodgieters
- voor de goudsmid
- e.a.
1. Een golfpet is speciaal uitgerust met een trekijzer op de zonneklep om de balaanduider aan te hechten.
2. Een trekijzer is ook een electrisch toestel dat de loodgieter gebruikt om schroefdraad op buizen te trekken.
De goudsmid gebruikt een rechthoekig metalen trekijzer met ronde of driehoekige gaten, voor zilverdraad, edelstenen, horloges, e.d.
Een permanente magneet die van zichzelf magnetisme vertoont.
Het bestaat uit ferromagnetisch materiaal waarbij de magnetische dipolen permanent dezelfde kant op staan.
Demagnetiseren kan met behulp van andere magneten of door sterke verhitting of door stoten.
zie ook: plakijzer, trekizer, trekstaal, trekijzer
Op een magneetbord kan men met plekijzertjes documenten vasthangen.
’t Plekijzer is ook een danscafé in Olen.
magneet
zie ook: trekstaal, trekizer, plekijzer, trekijzer
Met een plakijzer mocht ge vroeger niet te dicht bij een polshorloge komen, tenzij ze ‘antimagnétique’ was.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
