Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    meurg
    (bn.)

    gaar, dronken, murw
    andere spelling: meurrig, meureg, meurreg
    zie ook: mérf

    < murw
    “Zet de patatten af, ze zijn mörg genoeg.” Corn.-Vervl. (WNT)

    - Zijn de patatten al meureg?
    - Toen ’m van ’t café kwam, was ’m meureg.

    Na een paar keer bergop en bergaf met zijne velo was de Jean zo meurg als iet.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 11 Dec 2012 23:29
    7 reactie(s)

    mérf
    (bn., bw.)

    murw, gaar(gekookt); (van personen) bekaf

    zie ook: meurg

    De iërappel zin mérf (de aardappelen zijn gaar).
    Ich bèn mérf (ik ben op, ik kan niet meer)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door fansy op 11 Dec 2012 23:28
    1 reactie(s)

    koeter
    (zn. m. -s)

    Een koeter is een domme, lompe, ongemanierde en niet al te propere jongeling. Het is dus vooral een scheldwoord en is zeer verwant aan mutten.

    Waasch idioticon: koeter = koeier
    In Van Dale: koeier
    (gewestelijk)
    1. koewachter
    2. (figuurlijk) onbeschoft, dom persoon

    WNT:
    Vermoedelijk samenhangende met Koe, de vorming is echter onduidelijk.
    - Knechtje dat op de koeien past en andere kleine werkzaamheden verricht. In een groot deel van Z.-Nederl. en in Zeeuwsch-Vlaand.
    Hij (was) koeter geweest bij boer D., (v. overloop, in Vlaanderen 1, 317).

    Gij zij ne grote koeter manneken en ’t wurdt huegen tijd da go leven betert.

    Regio Waasland
    Bewerking door fansy op 11 Dec 2012 22:01
    15 reactie(s)

    koeter
    (zn. m. -s)

    Een koeter is een domme, lompe, ongemanierde en niet al te propere jongeling. Het is dus vooral een scheldwoord en is zeer verwant aan mutten.

    Waasch idioticon: koeter = koeier
    In Van Dale: koeier
    (gewestelijk)
    1. koewachter
    2. (figuurlijk) onbeschoft, dom persoon

    Gij zij ne grote koeter manneken en ’t wurdt huegen tijd da go leven betert.

    Regio Waasland
    Bewerking door fansy op 11 Dec 2012 21:36
    15 reactie(s)

    djakeloos
    (bn.)

    zeer vermoeid, op het einde van de krachten.

    zie ook: oep zijn, eind, aan het ~ zijn, bobijn, het ~ is af, zun bobbiene is of

    Van dat namiddagje shoppen ben ik djakeloos gelopen.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Dec 2012 21:28
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.