Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. zolder, hooizolder, strozolder, het schelft
2. mijt, hooimijt
1. Vroeger was het plezant om te spelen op de opper tussen al dat stro. Ik kreeg er wel uitslag van op mijn armen en benen maar we hebben er toch goe wa plezier gemaakt.
2. In augustus liggen de oppers op het veld, gewikkeld in witte plastiek, klaar om opgehaald te worden.
schelf, opslagplaats boven een stal
zie ook: opper
Etymologie: Middelnederlands: scalf.
Vgl. met Eng.: shelf = schab
1. zolder
2. hogere opslagplaats boven een andere plaats, niet noodzakelijk boven een stal
1. Op het schelft, bij mijn memoe thuis, stond alleen een houten kist met het werkgerief van veva in.
2. Het schelft is een opslagplaats voor houten balken en planken. (luc colpaert,29 jun 2011 – zie reactie bij schelft)
1. zolder
2. hogere opslagplaats boven een andere plaats, niet noodzakelijk boven een stal
1. Op het schelft, bij mijn memoe thuis, stond alleen een houten kist met het wergerief van veva in.
2. Het schelft is een opslagplaats voor houten balken en planken. (luc colpaert,29 jun 2011 – zie reactie bij schelft)
1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief, enz.;
2. mannelijke geslachtsdelen
VD:
(1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.