Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bejaardentehuis
(wordt enkel nog humoristisch gebruikt)
Kempen: ouwpeekeshuis
Ons moemoe zit nu al e paar jaar in’t ouwmeekeshuis, z’ is al bekan 95…
ouder(s), vader, moeder
schoon~, groot~, overgrootouwer(s)
Afhankelijk van de regio ook wel aaver(s, aawer(s), genoemd
Die ouwers van hem zijn tijdens het kerstverlof gaan skiën.
Jonge grootaavers zijn nog actief; daar hebben de klein mannen nog veel aan.
het woord ‘leeftijd’ komt in de gesproken taal eigenlijk niet voor
Iemand van awen awerdoem zou zoiet toch nimeer moette doen.
letterl. “de oude van verleden jaar”: hiermee wordt de plantaardappel bedoeld die men bij het rooien terugvindt tussen de nieuwe aardappelen
meestal schertsend gebruikt als men meent dat iemand aan de voordeur is, of het huis binnenkomt, maar er blijkt niemand te zijn
Wèè wos ’t? Den aaë van ’t sjoër! (Wie was er aan de voordeur? Er was niemand!)
Een vrouw op jaren die nooit gehuwd is geweest.
Ja madam, ‘t is àreg èè, na begint zij ook te sukkelen en jàà z’ is alleen hèè, areg zo’n “aa jonge dochter”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.