Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
door
In Vlaanderen wordt heel dikwijls het handelend voorwerp voorafgegaan door “van” in plaats van “door”; dit gebruik lijkt wel af te nemen onder invloed van het AN
zie tram, afgereden van de ~; van de maar bereden zijn; gas, van de ~ gepakt
Hij werd van de directeur gestraft.
luiaardskoorts
zie ook flemmen
WNT:
Uit fr. flemme `luiheid, vadsigheid’. In Vl.-België.
Luiheid, vadsigheid, gemak.
Ik ga vandaag niet werken, ik heb de flem.
Soms heb ik ’s zondags de flem. Dan is het pyamadag in de zetel.
lui zijn, geen initiatief nemen, in bed blijven liggen
zie ook flem, de ~hebben
< Fr. avoir la flemme < It. flemma = traagheid
WNT:
Flemmen, flimmen, niets doen, ook: lanterfanten; lui zijn.
V. SINT-JAN, W.-Vl. v. Gezelle 152 (1930).
— Na de maaltijd flimt hij in zijnen zetel en rookt een cigaartje, DE BO (1873).
lui zijn, geen initiatief nemen, in bed blijven liggen
zie ook flem, de ~hebben
< Fr. avoir la flemme < It. flemma = traagheid
luiaardskoorts
WNT:
Uit fr. flemme `luiheid, vadsigheid’. In Vl.-België.
Luiheid, vadsigheid, gemak.
Ik ga vandaag niet werken, ik heb de flem.
Soms heb ik ’s zondags de flem. Dan is het pyamadag in de zetel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.