Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    paddeslot
    (het paddeslot, paddesloten, onz. zelfst. nw.)

    hangslot
    zie ook maalslot

    volksetymologische afleiding van Engels “padlock”; dit woord stond op de verpakkingen van geïmporteerde hangsloten

    “Op een ogenblik dat ik mij aan de met een paddeslot gesloten poort, welke toegang geeft tot dit “broedgebied” bevind, zie ik een groep van minstens 20 personen door de poort in dit rustgebied wandelen, één persoon is blijkbaar in het bezit van de sleutel om zich toegang te verschaffen.” (HBVL 070504)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 19 Feb 2015 02:00
    3 reactie(s)

    mesannen
    (ww., mesande, gemesand)

    geven, hinderen

    zie ook mishanden, mishand, besannen, besant da nie, het messant niet

    niet enkel West-Vlaams, ook in het Gents en in de Kempen

    Mesannet nie? Stoort het niet?
    Os ’t nie mesant. Als je ’t niet erg vindt
    Da mesant nie. Dat is niet erg.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 19 Feb 2015 01:59
    5 reactie(s)

    mishanden
    (ww., mishande, mishand)

    Hinderen, ergeren, tot last zijn.
    < niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
    zie ook mishand, besant da nie, het messant niet

    Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
    Ieper: missann’n
    ook in de Kempen

    WNT:
    Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen, fra. incommoder, gêner (kil. 1588; schuerm. 374 b 1865-1870; de bo 612 a 1892). Verg. voorts Behanden en Behandigen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland (Kadzand).
    - Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
    - Wy hebbent (t.w. het ”ackerhandtwerck”) schier tot niet brocht, … Ja ommers seer cleyn doen achten, wie dat mishant, Antw. Sp. 670.
    > antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kil. 1588)
    - Het handde mij gisteren niet bij u te komen, Bred. T. 229.
    - Het handt mij zeer dat ik nu eenige rust heb, schuerm. 1865-1870.
    - Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, schuerm. 1865-1870.
    - Het handt hem niet: hij heeft er geen zin aan, hij doet het met tegenzin.
    > ook het gelijkbet. frequent. handelen, voor het Hageland (tuerlincx).
    In Zuid-Nederland kent men: zus of zoo handen in den zin van: rechts of linksch zijn. Dus zegt men: zoo hand ik niet of ik hand zoo, al naar dat men rechtsch of linksch is. (schuerm. 175 b 1865-1870).

    Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 19 Feb 2015 01:59
    4 reactie(s)

    mishanden
    (ww., mishande, mishand)

    Hinderen, ergeren, tot last zijn.
    < niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
    zie ook mishand, besant da nie, het messant niet

    Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
    Ieper: missann’n
    ook in de Kempen

    WNT:
    Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen, fra. incommoder, gêner (kil. 1588; schuerm. 374 b 1865-1870; de bo 612 a 1892). Verg. voorts Behanden en Behandigen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland (Kadzand).
    - Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
    - Wy hebbent (t.w. het ”ackerhandtwerck”) schier tot niet brocht, … Ja ommers seer cleyn doen achten, wie dat mishant, Antw. Sp. 670.
    > antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kil. 1588)
    - Het handde mij gisteren niet bij u te komen, Bred. T. 229.
    - Het handt mij zeer dat ik nu eenige rust heb, schuerm. 1865-1870.
    - Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, schuerm. 1865-1870.
    - Het handt hem niet: hij heeft er geen zin aan, hij doet het met tegenzin.
    > ook het gelijkbet. frequent. handelen, voor het Hageland (tuerlincx).
    In Zuid-Nederland kent men: zus of zoo handen in den zin van: rechts of linksch zijn. Dus zegt men: zoo hand ik niet of ik hand zoo, al naar dat men rechtsch of linksch is. (schuerm. 175 b 1865-1870).

    Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 19 Feb 2015 01:58
    4 reactie(s)

    mesannen
    (ww., mesande, gemesand)

    geven, hinderen

    zie ook mishanden, mishand, besannen, besant da nie, het messant niet

    niet enkel West-Vlaams, ook in het Gents en in de Kempen

    Mesannet nie? Stoort het niet?
    Os ’t nie mesant. Als je ’t niet erg vindt
    Da mesant nie. Dat is niet erg.

    Regio onbekend
    Bewerking door fansy op 19 Feb 2015 01:41
    5 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.