Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    zjaak
    (bn.)

    kapot, verenneweerd (verenneweren)

    zie ook jaak

    > zjaak doen, zjaak zijn, zjaak maken, zjaak gaan, zjaak liggen…

    De koffiezet werkte te morgend ni, ik peins dat m zjaak is.

    Laat dat heel en doet dat niet zjaak.

    Als ge dat zjaak maakt, dan zal dat uwe beste dag niet zijn za.

    Die klok gaat zjaak als ge er blijft aan prutsen.

    Die zjat is gevallen en ligt nu zjaak tegen de grond.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 06:34
    4 reactie(s)

    zjaak
    (bn.)

    kapot, verenneweerd (verenneweren)

    zie ook jaak

    > zjaak doen, zjaak zijn, zjaak maken, zjaak gaan,…

    De koffiezet werkte te morgend ni, ik peins dat m zjaak is.

    Laat dat heel en doet dat niet zjaak.

    Als ge dat zjaak maakt, dan zal dat uwe beste dag niet zijn za.

    Die klok gaat zjaak als ge er blijft aan prutsen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 06:32
    4 reactie(s)

    braaien
    (ww. braaide, gebraaien, gebraaid)

    braden, bakken

    zie ook braai

    uitspraak:
    prov. Antw.: braoie, braoide, gebraoie, gebraoid

    Gisteren heb ik een kieken gebraaien in den oven.

    Een gebraaid stuk vlees, saus, een groentenkrans en kroketten was vroeger een feestmaaltijd dat op een zondag, of als er bezoek kwam, op tafel werd gezet.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 06:15
    0 reactie(s)

    hukken
    (ww., hukte, gehukt)

    hurken

    ook zich hukken, zijn eigen hukken
    vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan

    VD online: gewestelijk: huiken

    MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
    - Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
    - Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.

    WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieƫn te buigen
    > veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
    - Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
    > Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.

    Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.

    - Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
    - Ikke!
    - Ikke ook!

    In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.

    Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Apr 2015 14:52
    3 reactie(s)

    lantoor
    (de ~ (m.), -en, -s)

    trottoir, voetpad, stoep
    /lan toe.er/
    → Fr. alentours (les ~) de omgeving, lieux autour: omstreken

    oorsprong: De straten hadden geen voetpaden zoals nu maar de rijken hadden wel een verhoogd wandelpad, voetpad dat ‘aux alentours’ lag ofte rond het eigendom.

    Nog gebruikelijk in het Antwerps dialect.

    De kinderen hinkelen oep (op) de lantoor.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door fansy op 16 Apr 2015 14:47
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.