Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dierenhok
Van Dale 2013: kot (het; meervoud: kotten; in Belgiƫ: koten)
Kempen: mv = koters
De konijnenkoten moeten eens uitgekuist (uitkuisen) worden, ze stinken.
De school dat is een apekot, parlez vous
De apen zitten twee aan twee, parlez vous
De grootsten aap die zit van voor
En doet de zotste kuren voor, inke pinke parlez vous
(Vuile Mong en zijn vieze gasten)
prullen, smossen op het bord
zn.: dasjteraar
< dasteren, deisteren
Ge moet ni dasjtere in uw bord!
foefelen, morsen, prutsen, aanmodderen
< dasteren, deisteren
De loodgieter heeft weer liggen dasjteren: de WC is verkeerd aangesloten!
een boosaardige vrouw, driftig, prikkelbaar, weerbarstig
een hysterische vrouw
WNT: krellen: schreeuwen van kregeligheid
krel: meisje dat krelt
uit zijn humeur, boos, zich zelf van kwaadheid niet meer meester
Na 9 jaar heeft mijne gebuur eindelijk de relatie met die krel stopgezet.
Wat ben ik blij dat de rust is teruggekeerd en dat dat krel niet meer aan zijn voordeur komt krellen.
een boosaardige vrouw, driftig, prikkelbaar, weerbarstig
een hysterische vrouw
WNT: krellen: schreeuwen van kregeligheid
krel: meisje dat krelt
uit zijn humeur, boos, zich zelf van kwaadheid niet meer meester
Na 9 jaar heeft mijne gebuur eindelijk de relatie met die krel stopgezet.
Wat ben ik blij dat de rust is teruggekeerd en dat krel niet meer aan zijn voordeur komt krellen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.