Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
parfum, eau de toilette, reukwater
Hmm, da riekt goe, gij hebt goeie reuk op u!
ruiken
Die ‘t eerst riekt, z’n nolleke piept. (uitdrukking)
ook wel: Degene die ’t eerst riekt, die heeft ’t geflikt.
Degene die het eerst een kwalijke windgeur waarneemt en er (figuurlijk) lucht aan geeft, die is er verantwoordelijk voor.
West-Vlaams: Riek je gie dat ook? Ze zien hier entwaarsen (entwaarten) een beerput aan ’t legen.
Antwerps: Riekte gij dat ook? Ze zèn ier ieverans nen beerput aan ’t leeg maken.
ruiken, een geur verspreiden, stinken
Ge riekt naar look, wat hebt ge gisteren gegeten?
Hooivork
Hij stook zijn riek in het gazon om naar pieren te zoeken
paardenbloem
zie ook: pisbloem, pisseblomme, beddepisser
Een ietwat platvloerse benaming voor paardenbloem. Wordt in het West-Vlaams uitgesproken als zjikker of zjikre en is afkomstig van zeiker. Zeiker is dan weer afkomstig van zeiken ofwel pissen.
Ook wel eens zeekstale of beddezekers genoemd.
Gjil oes ges stoat vul mé zekers.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.