Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ribfluweel, geribd fluweel
WNT: velours: In Z.-Nederl. reeds eerder ontleend in de vormen floes (teirl. 1910)) en floer ”fluweel” (zie b.v. schuerm. 1865-1870; endepols 1955)), doch meestal floers geschreven (b.v. reeds Rek. v. Gent. 1, 33 1336)). Hiernaast, door hernieuwd contact met het fr. woord, in Z.-Nederl. ook veloers (de la porte 1659)), en de afl. veloeren
Zij heeft een vestje in ribbelfloer gekocht en het staat haar heel schoon.
zn. fluweel,
bn. vloeren, fluwelen, floeren
> Fr. velours
WNT: velours: In Z.-Nederl. reeds eerder ontleend in de vormen floes (teirl. 1910)) en floer ”fluweel” (zie b.v. schuerm. 1865-1870; endepols 1955)), doch meestal floers geschreven (b.v. reeds Rek. v. Gent. 1, 33 1336)). Hiernaast, door hernieuwd contact met het fr. woord, in Z.-Nederl. ook veloers (de la porte 1659)), en de afl. veloeren
West-Vl. pane
De zware gordijnen en de zetels in een theater zijn traditioneel van rooie v(e)loer.
Nederland maakt ook deze beginmedeklinker stemloos en hoort floer/en (vD)
De Gène was glazenmaker en droeg een bruin, geribbelde vloeren vest en broek.
fluweel
zie ook vloer
WNT: velours: In Z.-Nederl. reeds eerder ontleend in de vormen floes (teirl. 1910)) en floer ”fluweel” (zie b.v. schuerm. 1865-1870; endepols 1955)), doch meestal floers geschreven (b.v. reeds Rek. v. Gent. 1, 33 1336)). Hiernaast, door hernieuwd contact met het fr. woord, in Z.-Nederl. ook veloers (de la porte 1659)), en de afl. veloeren
Broeken en vesten uit ribbelfloer zijn mode met een knipoog naar de jaren ’70.
Vestjes en kleedjes uit effen floer blijven een feestelijke toets hebben.
fluwelen
zie ook ribbelfloer, vloer
< Fr. velours
WNT: velours: In Z.-Nederl. reeds eerder ontleend in de vormen floes (teirl. 1910)) en floer ”fluweel” (zie b.v. schuerm. 1865-1870; endepols 1955)), doch meestal floers geschreven (b.v. reeds Rek. v. Gent. 1, 33 1336)). Hiernaast, door hernieuwd contact met het fr. woord, in Z.-Nederl. ook veloers (de la porte 1659)), en de afl. veloeren
West-Vl. pane
Zal ik mijn floere broek aandoen? Ze zit me zo gemakkelijk.
Op floeren kleren zijn rap sleetplekken te zien.
fluwelen
zie ook ribbelfloer, vloer
< Fr. velours
WNT: velours: In Z.-Nederl. reeds eerder ontleend in de vormen floes (teirl. 1910)) en floer ”fluweel” (zie b.v. schuerm. 1865-1870; endepols 1955)), doch meestal floers geschreven (b.v. reeds Rek. v. Gent. 1, 33 1336)). Hiernaast, door hernieuwd contact met het fr. woord, in Z.-Nederl. ook veloers (de la porte 1659)), en de afl. veloeren
West-Vl. pane
Zal ik mijn floere broek aandoen? Ze zit me zo gemakkelijk.
Op floeren kleren zijn rap sleetplekken te zien.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.