Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    beus
    (de ~ (v.), -zen)

    1) plastic tasje, zak (bös), hoosp
    2) balzak, scrotum, bus, beuze: ook in de Kempen
    3) beurs, portemonee (Kempen)

    zie ook beuzzeke

    Regio Aalst: bezze

    1) Sinds we allemaal aan het milieu doen, krijg je in bijna geen enkele winkel nog een beuzeke om uw winkelwaar in te steken.

    2) Sebiet ne stamp onder eur bös !

    3) Steekt den overschot van dat kleingeld maarterug in mijn beus.

    Regio Hageland
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2015 21:29
    4 reactie(s)

    faluintjes
    (de ~, (v.))

    - 4 deelgemeenten van Aalst; heden alle deelgemeenten van Aalst; ook faluintjesgemeenten genoemd
    - een plaatselijk tijdschrift van de gemeenten

    etymologie:
    > Mnl.: falloerden: takkenbossen of houtbussels, samengesteld uit wilgen- en essenhout.
    > Frans: falun: schelpbank.
    Gelet op de rijke schelpenfauna die voorkomt in de Meldertse ondergrond is deze benaming zeer toepasselijk.

    Bron: Wikipedia

    Moorsel, Baardegem, Herdersem en Meldert worden ook wel de Faluintjesgemeenten genoemd.

    De Faluintjes kregen gedurende de geschiedenis verschillende benamingen zoals falloerden (1417), fallanten (1458), falaën, fauluynten (1727), fallontjens (1779), faillanten (1821) en falaentenbosch en -meersch.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2015 19:27
    0 reactie(s)

    bloemenist
    (de ~, (m.), ~en)

    bloemist, een kweker en-of handelaar in bloemen en planten

    ook in Oostvlaamse grensgemeenten met Vlaams-Brabant

    … Die liepen effen binnen bij Evarist den bloemenist
    En ze kochten der een tuiltje gladiolen voor jou (uit het liedje Gladde Iolen, van Urbanus)

    Het volledige artikel ‘Taaltuin: bloemenisten in Moorsel’ van Jan Toelen is terug te vinden in het tijdschrift De Faluintjes.

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2015 19:25
    0 reactie(s)

    weke
    (de ~, (m.), ~n)

    - een flauw persoon, een labbekak, een slappeling
    - een schrikachtig iemand
    - iemand die vlug weent
    - iemand die geen geweld, bloed of andere vieze dingen kan zien

    uitspraak: wiejken

    ’Krest (kressen) zo eens niet, dat is maar een spin za! Gij se weke!

    ‘Gij se weke, zo bleiten voor het minste…’

    allee de papa is toch een weke he!’ Bij het verversen van zijn zoontjes kakkepamper moest hij geubbelen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2015 19:03
    0 reactie(s)

    pissebroek
    (de ~, (v.), ~en)

    - luier, broek doorweekt met pipi
    - klein meisje dat veelvuldig in haar broek pist
    man. pissevent

    zie ook kakkepamper, pissepamper, kakkebroek
    vgl pamper

    Gij se pissebroek, we gaan uw pissebroek eens uitdoen en een nieuwe, droge pamper aandoen he kinneke.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 28 Dec 2015 19:03
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.