Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
neus, snuit, gezicht, bakkes, smoel
afgeleid van snoeven, snuffen: snuiven
Doordat het zonlicht zo fel in de kamer scheen, had ze niet gezien dat de glazen binnendeur dicht was. Heel parmantig liep ze er met hare snoef toch wel tegen zeker.
Die snoefen van de honden hangen vol zand. Waar zouden die in gezeten hebben?
De vriezeman heeft aan mijne snoef gezeten.
neus, snuit, gezicht, bakkes, smoel
afgeleid van snoeven, snuffen: snuiven
Doordat het zonlicht zo fel in de kamer scheen, had ze niet gezien dat de glazen binnendeur dicht was. Heel parmantig liep ze er met hare snoef toch wel tegen zeker.
Die snoefen van de honden hangen vol zand. Waar zouden die in gezeten hebben?
De vriezeman heeft aan mijne snoef gezeten.
aangezicht, meestal bedoeld op kin en onderste gedeelte van een gezicht (informeel)
syn.: smoel
VD online: bak·kes zelfstandig naamwoord: het, mv. bakkesen
WNT: znw. onz., mv. bakkesen; verkl. bakkesje.
Bakkes is verkort uit vnnl. bakhuis ‘gezicht, kinnebak’ met verdoffing van het tweede lid. Het eerste lid is Middelnederlands backe ‘wang, kaak’, al Oudnederlands in de samenstelling kinnebak. Het tweede lid is huis in de betekenis ‘omhulsel, kap’, zoals dat ook voorkomt in bijv. klokhuis
C.H.Ph. Meijer (1919),Woorden en uitdrukkingen:
Bakkes, ook bakhuis, in België: gezicht. Het eerste gedeelte is dezelfde stam, die in kinnebak, baktand voorkomt en kaak beteekent. Verondersteld wordt, dat het ontstaan is uit een meerv. bakkens, dat tot bakkes werd en dat later (reeds Kil. heeft alleen bakhuys) schijnbaar hersteld zal zijn tot dien gewaanden juisten vorm bakhuis.
Moet ik u eens een toek op uw bakkes verkopen?
Kijk nu eens naar die bakkes! (regio?)
(informeel) aangezicht, meestal bedoeld op kin en onderste gedeelte van een gezicht
Volgens officiële bron luidt de aanwijzing naar de bakkes: die bakkes.
VD online: bak·kes zelfstandig naamwoord: het, mv. bakkesen
WNT:
Bakkes is verkort uit vnnl. bakhuis ‘gezicht, kinnebak’ met verdoffing van het tweede lid. Het eerste lid is Middelnederlands backe ‘wang, kaak’, al Oudnederlands in de samenstelling kinnebak. Het tweede lid is huis in de betekenis ‘omhulsel, kap’, zoals dat ook voorkomt in bijv. klokhuis
Moet ik u eens een toek op uw bakkes verkopen?
Kijk nu eens naar die bakkes!
een veulen werpen
AN veulenen, waarschijnlijk verouderd
Ik heb heel de nacht opgezeten want ons Bles moest veuligen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.