Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zeer, erg, goed, ferm, serieus, farm
VD: fa·meus (bijvoeglijk naamwoord; fameuzer, meest fameus)
1. beroemd
2. zeer groot, sterk enz.
Met die film is hij fameus beroemd geworden.
Hij zat er fameus naast met zijne pronostiek.
Amai, onze Jeroen zijn rapport, het was weer niet fameus.
Die pekelharing is mij niet bekomen, die heeft heel de nacht fameus op mijn maag gelegen.
vers, iets nieuws
op zijn vers: opnieuw
zie ook ves
ook in Herentals
Dat is hier alle vijf voet wa vars (voet, alle vijf ~).
Veegt uw voeten af aan de opneemvod, anders moet ik op ze vars kuisen.
zeer, erg, goed, ferm, serieus, farm
VD: fa·meus (bijvoeglijk naamwoord; fameuzer, meest fameus)
1. beroemd
2. zeer groot, sterk enz.
Met die film is hij fameus beroemd geworden.
Hij zat er fameus naast met zijne pronostiek.
Amai, onze Jeroen zijn rapport, het was weer niet fameus.
Die pekelharing is mij niet bekomen, die heeft heel de nacht fameus op mijn maag gelegen.
boeren, hoorbaar lozen van gassen in de maag
uitspraakvariant: reupselen
WNT: Oprispen. Nog thans in Z.-Nederl. (zie claes, Woorden bij kil.).
Mijn eten ligt op mijn maag en ik zit de hele tijd te reupselen.
gemeen, brutaal
VD: rappig: rappig volk: gepeupel
WNT: reppig: gewestelijk < rappig: schurftig, schunnig, kapot
- Rappich. Rongneux, galleux… plant. 1573.
- Rappige hoed, schuerm., Bijv. 1883.
Blijft kalm, ge moet zo reppig niet doen tegen uw ouders!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.