Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    vorten, hij zal nog ~ in zijn bed
    (uitdr.)

    iemand die veel te lang slaapt, veel te lang in zijn bed blijft liggen

    WNT: vorten: Van menschen, dieren of hun lichaamsdeelen: in fig. toep., schuerm. 1865-1870

    Het bioritme van de jonkheid is tot ’s middags uitslapen. Ze zullen nog vorten in hun bed.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Feb 2016 13:02
    1 reactie(s)

    vorten, hij zal nog ~ in zijn bed
    (uitdr.)

    iemand die veel te lang slaapt, veel te lang in zijn bed blijft liggen

    WNT: vorten: Van menschen, dieren of hun lichaamsdeelen: in fig. toep., schuerm. 1865-1870

    Het bioritme van de jonkheid is tot ’s middags uitslapen. Ze zullen nog vorten in hun bed.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Feb 2016 13:00
    1 reactie(s)

    vorten
    (ww. vorte, gevort)

    rotten, verrotten, bederven

    zie ook: vort, veurten, vrotten, vrot, foerten
    vgl vorten, hij zal nog ~ in zijn bed

    MNW: Vorten: rotten, verrotten. Vooral in de vlaamsche tongvallen.

    De dode merel lag te vorten in de tuin.

    Salve te makene van botten van popelieren, die salmen stampen al ontwee ende doense in eenen eerdinen pot ende laetense vorten ende rijpen, Hs. Serr. 14, bl. 39, Vlaanderen, 1435-1500 (d. i. rijpen ende vorten).

    Si (de vochten) werden dan stinckende bi der natuerlicke hitten die der is, vanden welken vorten die fumeyen (dampen) te gader metter lucht die van buten comt, 107, Vlaanderen, 1401-1500.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Feb 2016 12:58
    0 reactie(s)

    vorten
    (ww. vorte, gevort)

    rotten, verrotten, bederven

    zie ook: vort, veurten, vrotten, vrot, foerten

    MNW: Vorten: rotten, verrotten. Vooral in de vlaamsche tongvallen.

    De dode merel lag te vorten in de tuin.

    Salve te makene van botten van popelieren, die salmen stampen al ontwee ende doense in eenen eerdinen pot ende laetense vorten ende rijpen, Hs. Serr. 14, bl. 39, Vlaanderen, 1435-1500 (d. i. rijpen ende vorten).

    Si (de vochten) werden dan stinckende bi der natuerlicke hitten die der is, vanden welken vorten die fumeyen (dampen) te gader metter lucht die van buten comt, 107, Vlaanderen, 1401-1500.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Feb 2016 12:58
    0 reactie(s)

    enselen
    (ww. enselde, geënseld)

    klagen en zagen.

    zie ook enskaard, geënsel

    etymologische afkomst onbekend.

    Niet enselen vandaag hè, de zon schijnt!

    Regio Leiestreek
    Bewerking door fansy op 16 Feb 2016 12:22
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.