Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gevangenis, nor
zie ook: amigo
Die gast heeft in zijn jonge jaren nog in ’t kot gezeten voor zijn domme toeren.
gevangenis, nor
zie ook: amigo
Die gast heeft in zijn jonge jaren nog in ’t kot gezeten voor zijn domme toeren.
gat, opening
diminutief: kotteke ipv kotje
ook in de prov. Antw.
Kempen: mv: kotters
VD2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
WNT: kot: Opening, gat, holte. In brabantse dialecten
Van onbekenden oorsprong.
- Ik word doornat, er zijn een heel deel kotter in ‘t dak, schuermans, 1883
- kökke (gaatje) in de vinger, tuerl.
- E kot in de muur kappen, cornelissen-vervliet
- Er zijn kotten in oe’ kous, Ald.
Een kot in een kous: zie hier
Als kind ben ik, toen ik over zo’n laag haagje sprong, uitgegleden en een kot in m’n knie gevallen.
hok, kleine ruimte voor opslag, schuurtje
zie platen kot
Van Dale 2015: kot: Belgisch-Nederlands, spreektaal berghok, schuurtje
Mijn tuingerief staat in het kot.
studentenkamer, studentenkot
zie ook kot, op ~ gaan; kot, op ~ zitten
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands
- Ook overgenomen in het Belgisch-Frans, met verfranst meervoud ‘kots’ en ervan afgeleid werkwoord ‘kotter’ (op kot wonen).
Afbeelding zie hier
Ik heb in mijne studententijd altijd op kot gezeten.
Ik ga op kot in Kortrijk. In Leuven is de kwaliteit van de studentenkoten beter dan in Gent.
Onze Fien zit op kot in Leuven, ik mis haar enorm.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.