Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
TOOT — TOTE, TEUT —, znw. vr. en m. (hoofdzakelijk in Brab. (Antw. ) en Limb. : PAUWELS, Gesl. Subst. en de idiotica; bij oudere schrijvers uit deze streken: Van nyeuvont 76 (onder 11, a), Tscep vol wonders 43 d (onder 2, c), Hand. d. Amour. R 2 rº, POIRTERS, Mask. 338 (onder 11, a), bij W. D. HOOFT, Jan Saly 41 (onder 14) die een Brabantsche laat spreken en ook bij PH. HERMANNI, Distillierb. H iiij vº (onder 2, c), V. BORSSELEN, Strande 9 (onder 7) en LANGENDIJK 1, 490 (onder 12)));
De vorm met de vrouwelijke themaklinker is uiteraard vrouwelijk en de vorm met umlaut (teut) uiteraard Antwerps/Brabants.
https://www.youtube.com/watch?v=9PEOEhsQ_RA
https://www.youtube.com/watch?v=5l3Q-JzYrks
http://www.telegraph.co.uk/news/picturegalleries/howaboutthat/11379024/Extreme-body-modifications-Piercings-tattoos-and-implants-on-show-in-Caracas.html?frame=3182034
De voorbeeldzin van Multatuli en het lemma asterant zijn weggehaald.
Op internet heb ik geen enkele schriftelijke referentie kunnen vinden die verwijst naar het Vlaams. Wel 3x in Nederlandse teksten, waarvan 1x in het Fries.
Het is wel mogelijk dat enkelingen, in 1 of ander Vlaams dialect, het wel eens verlengd uitspreken, bij wijze van de nadruk te leggen op het woord.
Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch (incl. Supplement uit 2007)
astrant b.nw.
1. Vrypostig, parmantig.
In bet. 1 uit Ndl. astrant (1669), gewestelik nog bekend in S.Ndl. Ndl. astrant uit verouderde Ndl. assurant, met as oudste bet. ‘onbeskroomd, selfversekerd’ (sonder ongunstige bygedagte), gewestelik nog bekend in die Vlaamse dialekte in die bet. ‘vrymoedig’.
2. Brutaal.
In bet. 2 uit Ndl. astrant (1681) ‘brutaal, onbeskaamd’. Eerste optekeninge in Afr. by Pannevis (1880) en Du Toit (1908), asook by Kern (1890) in die afleiding astrantigheid ‘onbeskaamdheid, vrypostigheid’.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.