Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Hieronder staan de Limburgse dorps– en stadsnamen zoals ze door de eigen inwoners genoemd worden:
naam/b – lokale naam] – Auweneik
bBocholt/b – Bogget
bDorne/b – Deire
bGruitrode/b – Roy
bHamont/b – Hamet
bKessenich/b – Kèsing
bKinrooi/b – Kinder
bLanaken/b – Laoneke
bMaaseik/b – Mezeik
bMeeuwen/b – Mieve
bMolenbeersel/b – Biësel
bNeeroeteren/b – Nerotere
bOpoeteren/b – Opotere
bOverpelt/b – Pelt
bRekem/b – Rèkem
Aanvullen in alfabetische volgorde a.u.b.
Rode bessen
Vreuger haaj de naober nog miemerte inne hoof.
Vroeger had onze buurman rode bessen in zijn tuin.
Rode bessen
Vreuger haaj de naober miemerte inne hoof.
Vroeger had onze buurman rode bessen in zijn tuin.
Inhaken
Duits (Schunkeln)
Arm in arm, heen en weer bewegen op ‘walsmuziek’.
Sjoenkelen is zeer populair tijdens te carnavalsperiode/vasteloavend
Paktj uch mer ins good vas(t), wae gaon sjoenkele!
Neem elkaar maar eens vast, we gaan inhaken!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.