Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. nietsnut, losbol, lichtjes op zijn kop gevallen niet ernstig te nemen persoon
2. kwibus, gek persoon, kwiet, kwiebel, kwieten
soms ook bistenkwiebel
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): kwistenbijbel
Uit Westvlaams kwiste `ruzie’ en bijbel (?): (West-Vlaanderen) Ruziezoeker.
Van de Vyvere bekeek hem eens, als wou hij zeggen: ”Hela, kwistenbiebel, braaf zijn, hein! Of anders …” En De Jaegere was braaf, en bij de naamafroeping stemde hij, de eerste van de heele kamer: Jaaa! De West-Vlaming 6 Dec. 1930
1. Zie die kwistenbiebel daar nu eens bezig! Hij is bezig de straat proper te maken met handborstel en vuilblik.
2. Hela kwistenbiebel, ge houdt het schilderij op zijne kop!
wond, kwetsuur, verwonding, blessure
zie ook kwetsing
In België is wonde de gebruikelijkste vorm. In Nederland is wond dat, behalve in vaste verbindingen als zout in de wond(e) strooien en een pleister op de wond(e). (vrt)
in prov. Antw. is wond couranter dan wonde
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands, algemeen behalve in enige vaste verbindingen
DS2015 standaardtaal
Een gapende wonde aan het hoofd.
weg, verdwenen, foetsie, ook ‘ribbedie’
ribbedebie zijn:
- mensen: zich snel uit de voeten maken of gewoon aankondigen dat men weg gaat
- voorwerpen: ze zijn dan spoorloos verdwenen of men vindt ze niet in eerste instantie
< mogelijk uit Bargoens ‘rip’ + “de bie = (de) weg”): zie bie, de ~ jallen. Rip betekende vroeger weg, vertrokken, verdwenen, gevlucht, gestolen.
< volgens J.L. Pauwels zou het een verbastering zijn van het Frans ‘à bride abattue’: met losse teugel
zie ook piepedada, pist, de ~ in zijn
Als je begint over betalen, is hij ribbedebie.
Ben ribbedebie, salodder en tot morgen allemaal.
Mijn sleutels zijn ribbedebie. Waar heb ik die weer gelegd?
Volgende week zijn wij ribbedebie, op vakantie!
SN-NL: oliebol, een baksel gemaakt van een vloeibaar gerezen beslag dat in hete olie gebakken is
vnw: smout(e)bol: oliebol
Het is een traditioneel gefrituurd gistdeeggerecht uit de lage landen. Ook worden ze het hele jaar door op kermissen verkocht.
BE: In enkele streken wordt het gerecht “smoutebol” genoemd. Dit omdat ze vroeger in smout werden gebakken. Een smoutebol is niet gevuld, in tegenstelling tot de Hollandse oliebol.
Algemeen Nederlands Woordenboek: ((vooral) in België)
bolvormige koek van beslag die in frituurolie wordt gebakken
zie ook smoutebollenkraam
Er zit veel te veel suiker op de smoutebollen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.