Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Voorbeeldzin 2 is aardig AN. In zin 1 en 3 zouden in NL ‘aan de gang zijn’ gebruikt worden.
Ich zaag heum: ‘die wat of dat doa zeen’ mer ich wouw egelik zigke: ‘die doa zeen’.
Weit ich veul, dat veer teveul kalle en dat dat ‘expletief’ genuimp weurt.
Waeme gluif det noe?
Zagetrien, semmeltrien, sloddertrien, allemaal Vlaams.
NL kent alleen: boeretrien.
De moderne Nederlander gebruikt graag het woord en achtervoegsel: doos. Maar nog liever ‘kut’ dat zich overal voor leent en nog lekker bekt ook.
Wat een kut van een mokkel ben je eigenlijk.
Gewoon een gratekut.
Wat een lul van een gozer ben je eigenlijk.
Gewoon een likmelul.
Niks te vinden op ‘voorafbetaling’ bij de NLse belastingdienst. NL kent het systeem van de voorlopige aanslag met voorheffing die gebaseerd is op da aanslag van voorgaande jaren. Aan het eind van het jaar wordt die dan verrekend met de definitieve aanslag. In feite betaal je in NL dus gewoon je belasting vooruit en wordt er achteraf verrekend. Systeem gelanceerd door MP Wim Kok in het paarse kabinet vanj de jaren ’90.
Googel ik ‘voorafbetaling belastingdienst’ dan wordt ik meteen naar België gestuurd.
Wat een beschaafd land dat België. Minder hebberig vooral.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.