Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Joost Klein

    furieuselijk
    (bw)

    furieus

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Van furieus met -(e)lijk. Niet in Middelnederlands woordenboek.
    In alle betekenissen sinds lang verouderd.
    1. Razend, woedend, uitzinnig; vol woede; op woedende, uitzinnige wijze; ook: op zeer wreede wijze.
    2. Zeer krachtig, zeer heftig; op zeer krachtige, heftige wijze; met groote kracht, verwoed.
    > gevechtshandelingen, en dan verbonden met ww. als aanvallen, schieten, vechten e.d.
    > de beweging, de kracht van den wind, het water e.d.

    niet in Van Dale

    De burgerij wel wetende dat de heren van de wet vergaderd waren, zo zijn ze bijeen verzameld en furieuselijk naar het stadhuis gelopen waar zij met geweld de schepenkamer openbraken welke in die tijd op de eerste verdieping was van de hallentoren. (Ieper, Westhoek.net)

    Oostende 1706: de belegerde geallieerden zijn zeer furieuselijk bij nachte en bij dage gebombardeerd geweest. (28 febr. 1985 – De Plate)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Joost Klein op 11 May 2025 16:47
    0 reactie(s)

    opjoeberen

    uitdrinken , opdrinken

    zie ook opzjoeberen

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Joost Klein op 11 May 2025 16:46
    0 reactie(s)

    jos
    (zn. m. meerv. niet gebruikelijk)

    (informeel) penis, piemel, piet

    < vandaar gejost zijn

    “Ik heb zo’n gevoel dat bij die met-hunne-jos-zwierende-oermannen alleen de echte alfamannetjes konden overleven.” (reactie op een blog)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Joost Klein op 11 May 2025 16:45
    6 reactie(s)

    charel
    (zn.)

    penis, piet, piemel

    andere betekenis bij sjarel

    zie ook flieter, wieter, pierlewiet, sjarel; charlewieter

    Kent ge die mop al van nen Amerikaan, nen Hollander en nen Belg die aan ’t stoefen waren om ter grootste charel?

    De Jean moet geopereerd worden aan zijne …euh… charel.

    baby.be: ik ben het moe van zoveel pampers te verbruiken op korte tijd, dus nu loopt hij buiten rond in zijne blote charel. hij stond daarstraks bij het konijnenhok, maar heb hem wel gezegd wat verder te staan voor zijn pierlewiet eraf is gebeten door polleke, hihi

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Joost Klein op 11 May 2025 16:44
    3 reactie(s)

    chance
    (de ~ (v.), geen mv.)

    geluk, mazzel

    < Frans la chance

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    versterkend: hoerenchance
    zie ook: malchance; chansaar; chanceke, een ~; buzze; piet

    Da’s weeral chance, m’n vrouw heeft die vreemde bh in de slaapkamer ni zien liggen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Joost Klein op 11 May 2025 16:44
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.