Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
winter
Ich gluif koum nog dat ´t wèntjer weurdt, zoea zach is ´t huuj.
Ik geloof nauwelijks nog dat het winter wordt, zo zacht is het vandaag.
borstrok, onderhemd, marcelleke
zie synoniemen bij onderlijfke
Mèt de wèntjer moos-te veer weer ongerliefkes aan.
(Met de winter moesten we weer borstrokjes aan.)
Wanneer gebreid goed (interlock, handgebreid of machinaal), nylon kousen, e.d. gehaakt worden, zodat een draad breekt, dan spreekt men van een doorgeschoten stuk, een ladder
Een gescheurde vingernagel deed mijn pas gekocht onderlijfke doorschieten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.