Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
De voorbeeldzin heb ik echter wel trug aangepast naar zijn origineel, omdat ik het hier in onze vlaamsen dictioneir niet nodig vind een fonetische dialectspelling te gebruiken als het ook in het ‘algemeen vlaams’ kan. Zoals ik hem geschreven had zou ik hem zelf zeggen. (uitgezonderd de h in hier, maar of die der staat of niet doet er niet echt toe)
uhu, ik schrijf ze ook oa, ae en aa als ik dialect schrijf, maar in een gestandaardiseerd lemma schrijf ik de oa uiteraard als aa.
maar in italiaander zou ik dan ook meteen klinkerverkorting toepassen, en zeggen italjonder zoals ik eerst schreef – italjoander met de oa nog lang heb ik peis ik nog niet gehoord
maar zo mag het ook wel blijven staan hoor, vin het allemaal prima
ja, maar hoe vatte die in 1 uitdrukking samen? mij lijkt het zo wel duidelijk.
of vinde “lageir, ~ zijn” of zoiets duidelijker?
Nu zit ik wel niet in België op de universiteit dus ‘t kan dat ze die dingen hier ook ’syllabus’ noemen op de unief, maar ik zou het in mijn spreektaal toch eerder gewoon ‘cursus’ noemen.
de samenval van ië is inderdaad een goed punt, waarover ik nog eens moet nadenken. dit is in ieder geval de spelling zoals zij gebruikt wordt in de laatste streektaalbeschrijving van het antwerps die ik gelezen heb
maar wat betreft uw argument dat ië en oeë 2 dan wel 3 letters zijn:
dat is in zekere mate ook inconsequent binnen het nederlands; de korte i wordt met een enkele i geschreven, en zijn tegenhanger, de korte oe, met de 2 letters oe…
(de oe is in het Standaardnederlands altijd kort)
het antwerps heeft 5 centrerende diftongen/tweeklanken.
de /a@/ (// een schwa, zoals in SAMPA) en de /o
/ (zoals in baë en boëte, bij en buiten), de /i@/ en de /u@/ zoals in miënen en in groeëte, en de /e@/ zoals in leëven. Dus net zoals ik ië schrijf voor /i@/, schrijf ik oeë voor /u@/. En eë, aë, en oë.
Mijns inziens is dat wel consequent.
U hoeft zich uiteraard deze afweging niet te maken, aangezien u “soms” als “sùms” schrijft, maar ik die “soems” schrijf zie het binnen mijn systeem wel als consequent om die /oe/ van soems dan met de ë te combineren, zoals in de andere centrerende diftongen eerder vermeld. En aangezien u schrijve en buite schrijft (voor mijn aë en oë), hoeft u het systeem van /x@/ diftongen niet op mijn manier met ë consequent te maken.
(niet dat ik op deze punten uw schrijfsysteem perse afkeur, maar dit is gewoon hoe de oeë binnen mijn logisch systeem past)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.