Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
oog
Hebt ge gezien dat ze een blauw ket heeft? Ze zal toch niet tegen de kelderdeur of het portier van de auto gebotst hebben? (eufemisme voor: slaag krijgen van hare vent)
Wat doet ge als uwe kleine zijn speelkameraadje een blauw ket heeft geslagen?
a. ge biedt de moeder uw excuses aan voor het wangedrag van uw zoon.
b. ge koopt een speelgoedje voor het kind
c. ge slaagt uwe zoon ook een blauw ket. Dan weet hij tenminste wat hij de andere heeft aangedaan.
Ze hemme hem wa toekke gegeve en na eetem een koppel bla ketten. ze hebben hem wat rammel gegeven en nu heeft hij een paar blauwe ogen.
tegenslag hebben
ook “die heeft prijs” kan wel eens gezegd worden, in deze context dan negatief bedoeld.
uitspraak: veig
De politie zag hem rijden zonder gordel; hij zal van de vijg hebben.
“Maar er zijn sukkels die weeral van de veeg hebben gehad: overstroming, blikseminslag. Niet om te lachen.” (forum)
tegenslag hebben
ook “die heeft prijs” kan wel eens gezegd worden, in deze context dan negatief bedoeld.
uitspraak: veig
De politie zag hem rijden zonder gordel; hij zal van de vijg hebben.
“Maar er zijn sukkels die weeral van de veeg hebben gehad: overstroming, blikseminslag. Niet om te lachen.” (forum)
onvoldoende afgewerkt, slordig, slonzig
zie ook gat, half zijn ~ ,halfzegat
En ik zag er echt niet uit he, mijne jas open, handschoenen zonder vingers, sjaal halfsegat aan … en toen ik thuiskwam merkte ik dat er een grote confituurvlek vanachter op mijn t shirt zat, onze Tibe had de stoel ermee ingesmeerd en ik had het niet door.(baby.be.forum 6.0./2010)
stuntelig, slecht afgewerkt
ook “halfsegat”
Herenthout
zie ook gat, half zijn ~, halfsegat
Dat hangt maar halfzegat aaneen.
Het huis is maar halfzegat afgewerkt.
stuntelig, slecht afgewerkt
ook “halfsegat”
Herenthout
zie ook gat, half zijn ~
Dat hangt maar halfzegat aaneen.
Het huis is maar halfzegat afgewerkt.
onvoldoende afgewerkt, slordig, slonzig
zie ook gat, half zijn ~ halfzegat
En ik zag er echt niet uit he, mijne jas open, handschoenen zonder vingers, sjaal halfsegat aan … en toen ik thuiskwam merkte ik dat er een grote confituurvlek vanachter op mijn t shirt zat, onze Tibe had de stoel ermee ingesmeerd en ik had het niet door.(baby.be.forum 6.0./2010)
stuntelig, slecht afgewerkt
ook “halfsegat”
Herenthout
zie ook gat, half zijn ~
Dat hangt maar halfzegat aaneen.
het huis is maar halfzegat afgewerkt
stuntelig, slecht afgewerkt
ook “halfsegat”
Herenthout
zie ook gat, half zijn ~
Dat hangt maar halfzegat aaneen.
En ik zag er echt niet uit he, mijne jas open, handschoenen zonder vingers, sjaal halfsegat aan … en toen ik thuiskwam merkte ik dat er een grote confituurvlek vanachter op mijn t shirt zat, onze Tibe had de stoel ermee ingesmeerd en ik had het niet door.(http://www.baby.be/forum)
besmeren (van boterhammen), boter uitstreken
Etymologie: Middelnederlands: ‘breden’, ‘breiden’. Verwant aan ‘breed’, vgl. ook ‘verbreiden’, etc…
ook: breien; in W-Vl.: breeden, breen
zie ook: brieen, brejen
Ook in de Kempen.
Hij heeft niet genoeg boter om zijn boterham te bre(i)den.
1.slaan, kloppen AN dorsen
2.snel gaan of lopen
ook “desjen”
< ‘derschen’ < Middelnederlands: ‘derscen’
zie ook: pikdorser (uitgesproken /pekdescher/ (Westvl.)
1.Ze hebben er goed op gedest, hij heeft meer dan 3 weken in het ziekenhuis gelegen.
Hij is op zijn mule gedes(j)t.
(Hij is op zijn gezicht geslagen.)
2.Hij deste door de gang.
(Hij liep snel door de gang.)
Hij deste van hot naar her.
(Hij liep van hier naar daar.)
maaidorser
Zo’n pikdorser, dat is toch een brede machine.
meisje met jongensmanieren; soms ook (pejoratief, m.) gebruikt voor jongens
afgeleid van knecht = jongen
ook: knechtebrok, knechtebrokke, ransel
Die knechtebrakke speelt hele dagen met de marbels.
“Over straat stapte Alma zeegbaar en wanneer knechtebrakken haar uitscholden voor “vlaskop”, vervolgde zij zonder ommekijken haren weg," – uit ‘Alma met de vlassen haren’, Stijn Streuvels, 1931
jongen
afgeleid:
knechtejongen, knechtjongen = jongen, knaapje
knechteschool = jongensschool
knechtebrakke
Zij heeft drie kinderen, alledrie knechten.
“Jck, dat ghy ’t weet, ben een tweeling gebooren met noch een knechtjen” – uit Brieven van P.C. Hooft, 1618
flinke vent, grote knecht
“’s Avonds grote knecht en ’s morgens het hoofd nie recht, da kan nie zijn.”
hoofd, ook gebruikt om het hoofd van een mens aan te duiden
VD
kop (dem; koppen)
1 het voorste of bovenste deel van het dierlijk lichaam, overeenkomend met het hoofd bij de mens
2 (informeel) hoofd van een mens
Ik ben met mijn stomme kop tegen de deur gelopen, en heb nu een grote bult.
toneelgezelschap in de stad Antwerpen, opgericht in 1981, dat speelt in zijn eigen theater en gespecialiseerd is in volkse komedies die opgevoerd worden in het Antwerps dialect
Het Echt Antwaarps Teater van Ruud en Sven De Ridder en hun familie, trekt naar de bioscoop met de filmversie van Bingo . ‘We zijn het gewend dat sommige mensen neerkijken op wat wij doen.’ (HN 26.03.13)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.