Woorden die beginnen met 'le'

le nouveau ~ est arrivé
leasingwagen
lebber
lebberen
lebbertsjes
lèche-vitrine
lechte
ledematen, mijn jong hart en mijn stijve ~
ledenbevraging
ledevede hebben
lee
leed
leed, het ~ gaat op zijn zondags
leeë
leefbaar
leefkader
leefkamer
leefloner
leefloon
leefmilieu
leefschool
leeftijd, de derde ~
leeftijd, de vierde ~
leeg
leeg zitten
leegaard
leegbabbelen
leeger, geen ~ hebben
leegganger
leeggoed
leegjoeberen
leegkappen
leegoard’s zweet is gauwe gereed
leegschudden
leegsloeberen
leegstandtaks
leegzabberen
leegzjoeberen
leelam
leen
leen achter leggen, zijn ~
leen, ik voel mijn ~ niet meer
leeperd
leer
leer eten en schijten schoen
leer, met de ~ uitgaan
leer, zijn ~ bovenhalen
leercontract
leergast
leeringe
leerjaar
leerke staan
leerling, de beste ~ van de klas
leerne schoenen
leerrijk
leersecretariaat
leervergunning
leeuwenvlag
leeuwenwinkel
leeuwêrke
lefke
leftig
lege fakke
lege konte
Lege, de ~ Landen
legende
leger stuk, een ~ in zijn gilet hebben
leger, een Mexicaans ~
legerdienst
leggen
leggen gelijk de kiekens
leggen, banden ~
leggen, zich ~
leghoren
legislatuur
legislatuurparlement
legistiek
legsel
legume
legume, grote ~
legummen
lei
lei, met een propere ~
leiband
leiband, aan de ~ houden
leider
leiding, in ~ staan
leidster
Leie, er zal nog veel water door de ~ lopen
LEIFarts
leilotse
lein
leipen
leipen gelijk as een koei
leiper
leithoorn
leiwerk
lek
lek mijn lippe
lek-m'n-lip
lekdreef
leken
leker
lekken
lekkepainse
lekker
lekker van bij ons
lekkerbek
lekkere
lekkerkoek
lekkernij
lekkertje
lekkie
lekske
lekstok
lelijk doen
lelijkaard
lelijker, er zijn er al ~ verdronken
lemme
lemmen
lemp
lempke, bis t ~ oet geit
lendenband
lendenruk
lendeverschot
lenen bij mevrouw Leemans
lening op afbetaling
leninglast
lenkadoor
lentefeest
lenterig
Leopoldsorde
lep
lepel, een dikke ~
lepel, er een ~ in kunnen rechtzetten
lepel, zijn ~ wegsmijten
lepelaar
lepelen
lepeltjesverdriet
lepen
leper
leraars
leraarslokaal
leraarszaal
lerarenzaal
leren lap
lering
les
les petits belges
les tekken
les, de ~ spelen
les, schriftelijke ~
lesbienne
lèse
lessen, ~ trekken uit
lessenaar
leste
leste, ten ~
lestijd
lestijdenpakket
let, kop of ~
let, uit het ~
Leterme-bon
Letermejobke
letje
lets
letsen
letssysteem
letteke
letten
letter
letter, kop of ~
letter, op de ~ klappen
letter, op de ~ spreken
leubbe(s)
leugenaar, dikke ~
leugenachtig maken
leugenes
leugenpaleis
leukertje
leunken
leurder
leurderskaart
leure
leuren
leuren, met zich laten ~
leurhandel
leurkaart
leute
leute en plezier
leuter
leuteren
leuterflesje
leuterjef
leutig
Leuven foor, zo zot als ~
Leuven Hulp
Leuven Vlaams
Leuvense stoof
leuzie
leuzze
levaart
leven
leven houden
leven, erg voor 't ~ zijn
leven, het ~ is aan de rappen
leven, het ~ zoals het is
leven, het is zijn of haar lang ~
leven, het schoon ~
levendig
levenhouder
levensbelangrijk
levensbeschouwelijk vak
levensbewijs
levensduurte
levensfeitelijk
levensgoesting
levensnoodzakelijk
lever, dat ligt op zijn(e) of hare ~
lever, op de ~ liggen
leveren
LEZ
lèze
lezen
lezen, Jezus van zijn kruis ~
lezen, diagonaal ~
lezen, een uur ~
lezenaar
lezing, ~ geven van iets
lezing(e)