Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Woorden die beginnen met 'br'

    1. bra (76)
    2. bre (64)
    3. bri (49)
    4. bro (138)
    5. bru (82)

    De volgende 367 termen in onze databank beginnen met 'br':

    BR
    bra
    bra goed
    braa
    braadkieken
    braadpan
    braae
    braaf
    braafke
    braai
    braaien
    braan
    Brabançonne
    Brabander
    Brabants trekpaard
    brad
    braddelen
    braderen
    braderie
    braderij
    bradeur
    braft
    braggelen
    braggelen en smaggelen
    Brailleliga
    brak
    brak, zo zoet als ~
    brak, zo zuur als ~
    brakende moe
    brakken
    brakker
    brakkevolk
    braksje
    brallen
    brammen
    branchelet
    brand
    brand , het kot in ~ steken
    brand, alles in de ~ laten
    brand, een ~ omschrijven
    brand, iem. in den ~ laten
    brand, in ’t ~
    brand, in de ~laten
    brand, uit de ~ slepen
    brandalcohol
    brandalcool
    branddeeg
    brandend actueel, ~ zijn
    brandglas
    brandglasraam
    brandje
    brandkoffer
    brandraam
    brandvenster
    brandweerarsenaal
    brangelet
    branzlee
    bras d'honneur
    brassen
    brassière
    brat
    brats
    bratsen
    bratser
    brave little Belgium
    braveke
    braven, 't is nen
    Breda, Spa: vokaalreductie
    breeddenkend
    breeddenkendheid
    breeden
    breedhoeklens
    breedsmoelkikker
    breedsprakerig
    breefel
    breekcentrale
    breekwerf
    breen
    brehang
    brei
    breidelwet
    breiden
    breien
    brejen
    brek
    brek, zo zuur als ~
    breken
    breken, niet veel potten ~
    brekken
    brekske
    brem stoken
    bremel
    bremelen
    bremelenvlaai
    bremheks
    bremstig
    breneerders
    brenne
    brennerig
    bres
    bres dichten
    bresilienne
    brestig
    bretel
    bretellen, hou u vast aan uw ~
    Bretoen
    Bretoens
    breugelfeest
    breugelkermis
    breughelbuffet
    breughelfeest
    breugheliaans
    breughelkermis
    breughelkop
    breughelmaaltijd
    breughelspek
    breugheltafel
    breuk
    breurke
    breuzeling(e)
    breuzem
    brevet
    brevieren
    breydelspek
    bric-à-brac
    bric-à-brac oplossing
    bricolage
    bricoleerwerk
    bricoleren
    bricoleur
    brieen
    briefdrager
    briefen
    briefke
    briefke, het zal een ~ geweest zijn
    briefomslag
    brieftas
    briefwisseling, verkoop per ~
    briek
    briel
    brielen
    brielpot
    brier
    briere
    briet
    brievenbwotte
    brieventas
    brigade Piron
    brigadier
    brijzeling
    brik
    briket
    brikkebekker
    brikkeljon
    brikken
    brikkenbakker
    brilaap
    briljanteerder
    briljanteerwerk
    brille(n)mans
    brillekas
    brillekasse
    brillendoos
    brillenmarchand
    brilscore
    bringen
    brio, met ~
    briquet
    brislam
    Brisselt
    broadwoosj
    brobbel
    brocante
    brocanterie
    brocanteur
    broche
    brod
    brodden
    brodderen
    broebel
    broebelaar
    broebelbad
    broebelen
    broebelglas
    broebelwater
    Broeder Jacob
    broeder, de ~ niet zijn
    broeders van liefde
    broeike
    broeikoardig
    broek van ’t gat
    broek vol goesting
    broek, aan zijn ~ houden
    broek, de ~ dragen
    broek, er zijn ~ aan vegen
    broek, het vier in de ~ hebben
    broek, het vuur in de ~ hebben
    broek, iemand de ~ uitvegen
    broek, in een ander ~ schieten
    broek, in uw ~ schijten en hallelulja zingen
    broek, in zijn ~ doen
    broek, in zijn ~ kakken
    broek, in zijn ~ krabben
    broek, in zijn ~ schijten
    broek, met een ei in zijn ~ zitten
    broek, uit de ~ geschud
    broek, uit de verkeerde ~ geschud zijn
    broek, van hetzelfste laken een ~
    broek, zijn ~ afsteken
    broek, zijn ~ aftrekken
    broek, zijn ~ niet kunnen toehouden
    broek, zijn ~ scheuren
    broekemaal
    broekenmadam
    broekhoest
    broekkous
    broekschieter
    broekschijter
    broekspeld
    broeksriem
    broeksspeld
    broekvager
    broekvent
    broekventje
    broekverbranding
    broekzak
    broem
    broem, een ~ aan hebben
    broenken
    broenker
    broereman
    broes
    brokke
    brokke, ’n ~ van
    brokkelaar
    brokkelbrug
    brokkelen
    brokken
    brokken verscheen
    brokkenparcours
    brokkepap
    brokkiljon
    broklinge
    broks
    broks hebben
    brol
    Brol National
    brolaandeel
    brolkoord
    brolkot
    brolwerk
    brom
    brombees
    brommel
    brommelenvlaai
    bronchite
    brontjeswater
    bronzeren
    brood, Frans ~
    brood, gesneden ~
    brood, gewonnen, verloren ~
    brood, grijs ~
    brood, grof ~
    brood, smijt er een ~ naartoe en het komt gesneden terug
    brood, veel ~ op de plank
    brood, verbeterd ~
    broodbodding
    brooddoos
    broodje vuste met mullepaté
    broodje, zijn ~ is gebakken
    broodjes, platte ~ bakken
    broodjes, verkopen als zoete ~
    broodronde
    broodsuiker
    broodtoer
    broodwijding
    broodwit
    broos
    bros
    broshaar
    broske
    broskop
    brosselen
    brossen
    brosser
    brousse
    broussegeluid
    brouwer
    brouwer, waar de ~ komt, moet de bakker niet komen
    brouwingenieur
    brubbelbad
    brubbelen
    brudge
    brue
    Bruegel
    bruëken
    bruëker
    brug
    brug, de ~ maken
    brugdag
    Brugel
    Brugge weg en weer zonder haperen
    bruggelegger
    Bruggeling
    Bruggen en Wegen
    bruggen, alle ~ opblazen
    bruggepensioneerde
    brugpensioen
    brugweekend
    bruin bier
    bruin dreef
    bruin zeep, met ~ onder uwe neus
    bruin, iets ~ maken
    bruine zeep
    bruine, dat kan mijne ~ niet trekken
    bruinen, de ~
    bruinsel
    bruis
    bruisend water
    bruiswater
    bruitage
    bruiteur
    brujeken
    bruks
    brul
    brullen met den beer in 't bos
    bruneerder
    bruneren
    brunn, den ~ zien
    Brussel
    Brussel Frans
    Brussel Nationaal
    Brussel staat in brand
    Brussel Vlaams
    Brussel, als het regent in Parijs dan druppelt het in ~
    Brussel, van ~ op klein patatten springen
    Brusselaars
    Brusseleir
    brusselen
    Brusseles
    Brusselette
    Brusselkeuze
    Brusselnorm
    Brussels Gewest
    Brussels Hoofdstedelijk Gewest
    Brusselse baronieën
    Brusselse Kaas
    Brusselse Rand
    Brusselse Vlaming
    Brusselse wafel
    Brusselse ziekte, de ~
    Brusselse zwans
    brut
    brute pech
    bruteur
    brutowedde
    brutsen
    brutte
    bruttekee
    bruttes
    brutzak
    bruud
    bruudruuster
    bruur
    bruutgaweg
    Bruxellistan
    bruzeling

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.