Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    kloon
    (de ~, v., klonen)

    Vlaamse uitspraak voor “clown”

    zie ook zotte clown

    Ik zag liever de klonen gelijk de akrobaten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Jul 2018 11:59
    0 reactie(s)

    kloon
    (de ~ (m.), ~en)

    klomp

    synoniemen zie: kloef
    Antwerpen stad, Lier: blok

    zie ook: klonen, de ~ van iets aanhebben

    De boere droage segeweurrigs allemoa nog klonen (serreworg). (De boeren dragen de dag van vandaag nog steeds klompen.)

    Als ik naar de dieren ga, draag ik altijd mijn klonen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 05 Jul 2018 11:57
    9 reactie(s)

    kloon
    (de ~ (v.), klonen)

    blauwe werkkledij uit een stuk, overall

    zie ook zot

    Trek toch een kloon aan voor dat vuile werk.

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door fansy op 05 Jul 2018 11:55
    0 reactie(s)

    gecarreaut
    (bnw.)

    geruit. Attributief: ‘gecarreautie’

    < Canadees Frans: carreauté: zie reactie

    in prov. Antwerpen carreauwe; vb. een carreauwen hemd

    vgl. karoke, kareetne

    Ohhe no Schotland gòët, ziet da uien rok goe gecarreaut è.
    Als ge naar Schotland gaat, ziet dat uw rok goed geruit is.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Jul 2018 11:54
    1 reactie(s)

    karot
    (de ~ (v.), ~ten)

    WNT: KAROT
    — in Vlaamsch-België ook KAROOT —, znw. vr. Ontleend aan frans carotte (eigenlijk wortel, peen), bij verkorting voor carotte de tabac, ”rouleau de feuilles de tabac” (Littré).
    1. Eigenlijk. Een spilvormige rol gesponnen tabak, waarvan snuiftabak gemaakt wordt.
    — Zegsw. Iemand een karot trekken (bij Rutten (1890) ook: wisselen), hem foppen (Cornelissen-Vervliet).
    2. Bij vergelijking. Een rolletje in papier gewikkelde geldstukken; een ”kardoes(je)”. In ’t Hageland (Rutten (1890)).

    Van Dale 2018:
    ka­rot
    1627 < Frans ca­rot­te (vgl. kroot)
    1. rol ge­spon­nen ta­bak waar­van snuif werd ge­maakt (symbool: tabaksrol)
    • uitdrukking; BE; niet al­ge­meen iem. een ka­rot trek­ken
    iem. fop­pen, beet­ne­men
    2. BE; niet al­ge­meen rol ge­saus­de pruim­ta­bak
    3. BE; niet al­ge­meen in pa­pier ge­wik­keld rolletje geld­stuk­ken (van de­zelf­de waar­de)

    Er zijn van die karottentrekkers die ge op hun eerste-communie-zieltje de absolutie zoudt geven.

    Het moet u gegeven zijn, (een gave), om echt karotten te trekken, zoniet valt ge door de mand.

    Breng van de bank eens vijf cartouchen (karotten) mee van 50 en 20 eurocent voor wisselgeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Jul 2018 11:51
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.