Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een harde droge koek, aan de soldaten meegegeven als overlevingsrantsoen. Vroeger tijdens de oorlog, nu op manoeuvers.
Soldatenkoeken met een klad goeiboter erop is een heerlijk alternatief pateeke.
Bunzing.
Ook in de betekenis van: gewiekst persoon die zaken regelt die nog net wettelijk zijn.
D’r heeft een fiesjow in ’t kiekenkot zes hennen doodgebeten.
meestal gouden juwelen
regio Brugge/kust: uistpraak “goedewerk”
Tante Simonne draagt elke dag wel iets van goudenwerk.
Uitdrukking Leiestreek:
Ze draagt haar goedewerk binst de weke = Ze heeft ros haar
stoefer, pocher
is West-Vl. de juiste regio?
in Gent: ne blaas
in Antw., nen blazer
Die daar, da’s een echte blaze!
Ge zijt ne blaas jong!
een slag of schok i.h.b. van den elentriek
vooral in de uitdrukking: een trek krijgen
De isolatie was van de stroomdraad en toen hij em vastpakte kreeg em daar nen trek waar em vijf minuten niet goed van was.
Soms kunt ge uwen ellenboog zo stoten dat die zenuw geraakt wordt zodat ge nen trek krijgt. Dat kan heel zeer doen. Er bestaat een schoon woord voor: weduwnaarspijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.