Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. sjieke auto, slee, auto, (paarden)koets
2. (eertijds) kinderwagen, (kinder)koets
In Brugs: voiteure
Moeder was weer met de kindervoituur op schok.
Zaterdag is de trouwer is een koets voorbij gereden naar het stadhuis.
kuisen, schoonmaken
zie ook: sjtub
murge maak ich ’t ganse hoes zuuver / morgen maak ik het hele huis schoon
(beledigend) uitschot, gespuis
zie ook: soort, brakkevolk, kotjakker, soepvolk
De verwerpelijkste marginalen wonen ginter: dieven, zuiplappen, zo’n ras dat dat is!
vulgair volk
Antwerpse Kempen: brakkevolk, kotjakker
Hageland: soepvolk
zie ook: ras
Die kameraden laat hij beter links liggen want dat is soort.
De soort van daar achter de brug hebben ze precies weer losgelaten. Ze kunnen hier niks komen doen.
Het soort is er weer, se, hoort es wat praat dat ze bij hebben.
de liberalen als politieke partij; ook als meervoud gebruikt: ‘de blauwe(n)’, ‘de blaa’, enz.
De Zuid-Oost-Vlaanders zijn het ‘De Croo-land’: de blauwe zijn politiek goed vertegenwoordigd en leveren veel burgemeesters.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.