Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een vrouwelijk persoon die niet kan stilzitten, ook wezzel
een mannelijk persoon is ne wezzelaar
West-Vlaams: wrikkelgat
Wezzergat, zit stil, seffens valt ge van uwe stoel.
De wezzergat kan weer ni stilzitten, ze heeft precies elentriek in heur gat.
knecht van een ambachtsman of fabrikant, gezel
afgeleid: meestergast: chef, voorman, meesterknecht, …
ook in Antw.
zie ook gast, volle ~, gast, halve ~
De timmerman van om de hoek werkt met drie gasten.
(jargon uit het nachtleven) wordt gebruikt wanneer men iemand wil aanmanen om minder heftig te praten of handelen
zie ook: dimmen
“Zakken joengen” ge mokt ouweige (eigen, zijn ~) belachelijk.
Komaan gast, zakt mor wa of ’t zit er hier seffens oep!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.