Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. heel zout: ‘zo zout als brak’:
de oorsprong hiervan vindt zich in het samenvloeien van zoet water en zout zeewater.
2. zuur, uitdr.: zo zuur als brak.
3. goor
1. Dat water van de patatten is precies brak. Hoeveel zout hebt ge erin gedaan?
2. Kapt (kappen) die pap maar weg, dat is brak.
3. Dat afwaswater is brak, laat maar proper water lopen voor de potten af te wassen.
De aquarium van dien ouwe veva moet dringend ververst worden. Het water is brak geworden. Ge ziet de vissen amper zwemmen.
oneerlijke persoon, weinig betrouwbaar iemand,
louche figuur
< Fr.: charlatan
Mm, ik ben niet aan die man. Het lijkt me ne sjarletang. Da’s zo’n aanvoelen.
chocomelk, afgeleid van de merknaam
(Tegen een kind): Zet u op uwen zetel, of ge gooit uw cécémel omver.
welkom
in onbruik in Antw.
Kom binnen! Ge zijt welgekomen.
Een welgekomen afwisseling.
De notionele intrest is een welgekomen geschenk voor de kmo’s.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.