Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de deuropening
zie ook: timmerman, het gat van de ~
Na het feest stonden ze nog wat te kallen in het deurgat.
Kiekhoest is kinkhoest, m.a.w. een besmettelijke niet ongevaarlijke ziekte die gepaard gaat met een typische hardnekkige hoest en die in vroeger tijden de meest kleine kinderen doormaakten. Nu wordt er gevaccineerd, maar ook dat beschermt niet altijd en ook niet voor voor de rest van het leven.
ook in de prov. Antwerpen
De tweeling heeft de kiekhoest, ze hoesten tegen mekaar op, ze zijn duidelijk ziek. Vooral ’s nachts is het voor ons moeilijk, we slapen al drie nachten vrijwel niet.
Duidt op een, meestal hypothetische, toestand van zware pech. Soms wordt ook gesjareld gebruikt (mogelijk om mensen die echt Jos heten te ontzien, ten koste van mensen die echt Charel heten)
uitspr. /ge zjost/ met een Franse j
ook: gejost worden
Degene die gejost is of gejost wordt is het slachtoffer, degenen die de pech ondergaan. Zie ook reactie bij gejost hebben
VD2013 online: (Belgisch-Nederlands, spreektaal) te grazen genomen, ernstig benadeeld, bedonderd synoniem: gesjareld
Als die tent nu ook nog wegwaait, dan zijn we gejost.
Duidt op een, meestal hypothetische, toestand van zware pech. Soms wordt ook gesjareld gebruikt (mogelijk om mensen die echt Jos heten te ontzien, ten koste van mensen die echt Charel heten)
uitspr. /ge zjost/ met een Franse j
ook: gejost worden
Degene die gejost is of gejost wordt is het slachtoffer, degenen die de pech ondergaan. Zie ook reactie bij gejost hebben
VD2013 online: (Belgisch-Nederlands, spreektaal) te grazen genomen, ernstig benadeeld, bedonderd synoniem: gesjareld
Als die tent nu ook nog wegwaait, dan zijn we gejost.
toegetakeld, (modern eufemisme voor) gekloot
vgl. sjarel, gejost zijn
uitdrukkingen:
gesjareld zijn of gesjareld worden: zij die het ondergaan
gesjareld hebben: zij die het iemand anders aandoen, zie ook gejost hebben
VD2013 online: (Belgisch-Nederlands, spreektaal) te grazen genomen, ernstig benadeeld, bedonderd
De akses van die bank zijn gekelderd, wie daar nu nog mee zit, is ferm gesjareld.
Onze gebuur is met zijne fiets in de gracht gesukkeld. Ge moet hem zien, hij is lelijk gesjareld.
Zij heeft hare man farm gesjareld toen zij met het geld en de kinderen met de noorderzon zijn vertrokken.
Door de schulden is em serieus gesjareld.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
