Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een ontstoken en dik oog van een zweer erop.
zie ook: weeroog, zwientje
Hij heeft ergens in de trek gestaan want hij heeft nu een pisoog.
kraken
< van knetteren en knetsen?
Wat ligt daar te kesteren in de haard?
het geluid ‘knets’ doen horen
Een knetser knetst als ge er op drukt.
Het hout knetst in de open haard.
hinniken, ruchelen
Limburg: rochelen
WNT:
Ruggelen is in de Kemp.: het geluid dat de peerden laten hooren als men hun eten aanbrengt, hunkeren, hinniken, stil brieschen, SCHUERM. (1865-1870).
Ik hoorde het paard ruggelen als ik in de buurt van de stal kwam.
(v.e. paard) zacht hinniken
WNT:
Rochelen, ruchelen. … Een gulzig geluid met de keel maken, gelijk … de paarden, die dorst hebben, CLAES, Woorden bij KIL.
‘t Piëd rèchelt altijd at ’t ziet dat ich h’m ’n piëdssnië brèng. (het paard “rochelt” altijd als het ziet dat ik hem een dikke snee roggebrood breng)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.