Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
statiegeld
in de betekenis ‘lege flessen’ is leeggoed standaardtaal in België
Ik heb twee bakken leeggoed in de garage staan.
Krijgen we nog leeggoed van deze flessen, of gooi ik ze in de glasbak?
stoefer, opschepper
ook in de prov. Antwerpen
Die janm’nklote heeft zich weer een nieuw kostuum gekocht.
stofjas die over de gewone kledij werd gedragen om die proper te houden
< Fr. cache-poussière
Vroeger zaten de schoolkinderen met hun kaspoesjeir op de schoolbanken.
zakdoek
zie ook: mouwplag, tessendoek, snotvod, tesnuisink, zakneusdoek, maalsdoek
ook in de prov. Antwerpen
VD
neus·doek (dem)
1 (archaïsch of in België, niet algemeen) zakdoek
Mag ik uwe neusdoek eventjes lenen?
zakdoek, neusdoek, zakneusdoek
Mijne maalsdoek hangt vol snottebellen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.