Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    bekledderen
    (ww. bekledderde, bekledderd)

    bekladden, beschilderen

    Ze hebben die muur serieus bekledderd; ze komen in aanmerking voor een boete.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 31 May 2013 02:20
    0 reactie(s)

    zwingel, aan de ~ houden

    aan het lijntje houden
    in den draai houden

    Mij moet ge niet aan de zwingel houden, zegt waarop dat het staat.

    Klein mannen kunt ge gemakkelijk aan de zwingel houden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 29 May 2013 18:55
    0 reactie(s)

    zwingel
    (de ~, (m.), ~s)

    1. zwengel, hefboom

    2. gebogen houten balk tussen paard en koets
    WNT:
    (Gewest. in Vl.-België) Houten, soms lichtgebogen, horizontale balk tusschen een paard of een span paarden en een wagen of ploeg. De zwingel is met een haak rechtstreeks verbonden aan den wagen of ploeg of aan een anderen balk (trekknuppel) en derhalve beweegbaar; op ieder uiteinde van den zwingel is met een haak weer een beweegbare balk bevestigd waaraan de trekstangen worden ingehaakt.
    Zwingele, zwinkel. ’t is ’t schier hout waaraan de stringen van ’t peerd vaste geleid zijn; ’t gene dat ze te Sint Denijs hamerschier heeten; hommeschier te Sweveghem; handschij te Caster. Eene schij te Caster is een schier, een stuk hout, Verz. GEZELLE voor 1899.

    3. de stang van een remork om aan een trekhaak vast te maken

    4. pak slaag, rammeling

    zie ook: zwong

    1. In de garage van mijn pa stond nog een waterpomp met een zwingel om met de hand water uit de regenput te pompen.

    De motor van de eerste auto’s moest men in gang draaien met een zwingel.

    2. Een koets met een zwingel aan een paard vastbinden is niet gemakkelijk voor een beginneling. Ge moet zien dat dat zeker niet op uw tenen komt te vallen.

    3. De kop van de zwingel van de remork moet goed vastzitten aan de kop van de trekhaak van de auto, anders hebt ge kans dat de remork een eigen leven gaat leiden.

    4. Gij verdient toch nen zwingel rond uw oren, hè man!
    Moet ge wat zwingel krijgen? Nee, stopt er dan mee.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 29 May 2013 18:52
    0 reactie(s)

    zwingel, lange ~
    (de ~, (m. (v.)), ~s)

    een lang mager persoon, zowel man als vrouw
    zie ook: zwik, lange ~

    WNT:
    (Gewest. in Vl.-België) In de verb. lange zwingel, lange, opgeschoten knaap, lange slungel.

    De verpleegkundige op Medische Beeldvorming was een lange zwingel. Ze stak kop en nek uit boven alleman.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 29 May 2013 18:38
    0 reactie(s)

    zwong, in de ~ houden
    (uitdr.)

    bezig houden, draaiiende houden, in gang houden

    Doe die kleine uit de keuken; houdt die kleine es efkes in de zwong tot ik gedaan heb met eten gereedmaken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 29 May 2013 18:33
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.