Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kolenemmer, konische bus met hengsel en handvat
VD
?ko·len·kit de; v(m) -ten emmer voor kolen
(Antw. en Waasland variant) koolbus
Kempen: kolenbus
Haal eens een koolkitte atracieten.
(Antw.) Hold is en bùs koulen oep.
(Haal eens een bus kolen naar boven (in een koolbus))
de Vlaamse of Brusselse Rand
Een kring van 19 gemeenten rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die tot het Vlaams Gewest behoren en gedeeltelijk ook tot het stedelijk gebied van Brussel.
De Franstalige inwoners noemen de Rand la périphérie bruxelloise.
nipt, op het randje af zijn
wordt gezegd wanneer iets kan gebeuren of evengoed niet kan gebeuren
ongeveer dezelfde betekenis als ‘een dubbeltje op zijn kant’
“Gaan we met die lek naft in de naftbak nog tot aan het volgende naftstation geraken?” “Dat zal er met zijn poten uithangen!”
Hij is gelukkiglijk goed genezen na dat auto-accident, maar het heeft er met zijn pootjes uitgehangen …
Flauw vallen, het bewustzijn verliezen.
zie ook sus, van zijne ~ vallen, sus, van zijne ~ draaien, klot, van zijne ~ vallen
Door te weinig te drinken, was hij tijdens de lange fietstocht van zijn zelve gegaan.
kinderlijke groet wanneer men onverwacht opduikt; kiekeboe
vgl: piepeloeren
Piepeloe! Hier ben ik weer.
Piepeloe! Ja m’n pierewierewoefke, m’n oeperdepoeperdewoefke, m’n abberdewabberdebratske. Heb ik u wakker gemaakt? Hier is tante Gerda hé. Tijd voor uw papke hé, m’n papperdepapperdepapke. Ja zenne. (Uit: ’Babytrauma’s vroeger en nu’ Prof.dr. Lode Kindermans)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.