Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
konkelfoezen, iets bekokstoven
uitspraak: voewzen, voeizen, voezen
ook in W.-Vlaanderen
WNT:
(Onz. en bedr.) Konkelfoezen, smoezen; (iets) bekonkelen. Gewest. in Vl.-België. DE CLERCK (1981).
— Gen moet niet vooizen, ’t en gaat niet helpen, Verz. GEZELLE (Hooglede, voor 1899).
Wat zijde gelle zo stiekem aan ’t vooizen? Wat zijde gelle van plan?
konkelfoezen, iets bekokstoven
ook in W.-Vlaanderen
WNT:
(Onz. en bedr.) Konkelfoezen, smoezen; (iets) bekonkelen. Gewest. in Vl.-België. DE CLERCK (1981).
— Gen moet niet vooizen, ’t en gaat niet helpen, Verz. GEZELLE (Hooglede, voor 1899).
Wat zijde gelle zo stiekem aan ’t vooizen? Wat zijde gelle van plan?
meezingen, neuriën
Dat melodieke is een schoon om mee te vooizen se.
Mijn dochter vooist dikwijls refreintjes van liedjes mee.
1. geen zangstem hebben, niet kunnen zingen
2. hees zijn, letterlijk geen stem meer hebben
1. Ik zing niet mee, ik heb geen voois. Als ge graag verniet oorpijn wilt, zal ik mijn voois wel eens laten horen.
2. Ik kan niet luid spreken want ik heb geen voois voor de moment.
vals zingen, uit de toon, naast de wijs
ook in de regio Lier
Mèngse dee oit de voeës zinge, kùnne m’in ’t koeër ni gebroike.
(Mensen die uit de voois zingen, kunnen we in het koor niet gebruiken)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.