Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
nooit thuis zijn, op reis, op zwier, op stap
zie ook schok, op ~ zijn
daar sta je altijd voor de deur…ze zijn altijd op sjok!
We gaan nu zaterdag met ons 2 op sjok naar de koekenstad.
afhaspelen, in snel tempo afwerken
Antw: uitspraak: afbiljaren (ww., biljaarde af, afgebiljaard)
Deze muur schilderen? We zullen dat eens rap afbiljaren se, dan kunnen we op tijd naar huis.
afzeggen, afwijzen, afketsen, afschudden, afwimpelen
uitspraak: afbiljaren (ww., biljaarde af, afgebiljaard)
We moeten volgende week naar een receptie ergens in Bommerskonten, maar ik heb geen goesting, ik gaan proberen van dat af te biljaren.
afhaspelen, in snel tempo afwerken
Antw: uitspraak: afbiljaren
Deze muur schilderen? We zullen dat eens rap afbiljaren se, dan kunnen we op tijd naar huis.
slappeling
niet in VD
Ons volleybalploeg gaat winnen en we sturen die kakkewieten van d’ander ploeg drekt naar huis.
De Kakkewieten zijn ook een Belgisch theatergezelschap. Ze traden op in ‘De Vliegende Doos en de Liegende Doos’, met Bart Peeters. (Wikipedia)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.