Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mond die constant bebbert
zie ook bebberen, tetteren, tetter
Dat klein bebberke van ons Lientje heeft nog niet stil gestaan vandaag.
Wordt het geen tijd dat ge uwe bebber es reskes houdt?
Aan hare bebber zal ’t ook ni liggen!
mond die constant babbelt
ziezie ook bebberen, tetteren, tetter
Dat klein bebberke van ons Lientje heeft nog niet stil gestaan vandaag.
Wordt het geen tijd dat ge uwe bebber es reskes houdt?
Aan hare bebber zal ’t ook ni liggen!
mond die constant babbelt
zie ook tetter
Dat klein bebberke van ons Lientje heeft nog niet stil gestaan vandaag.
Wordt het geen tijd dat ge uwe bebber es reskes houdt?
Aan hare bebber zal ’t ook ni liggen!
babbelen, praten, roddelen, sjauwelen
zie ook bebber, bebberen, tetter
VD online:
tet·te·ren (werkwoord; tetterde, heeft getetterd)
1.(schetterend) blazen op een blaasinstrument
2.luid spreken, syn.: schetteren
3.wind(en) laten, syn.: veesten
4.alcohol drinken
Mijn oma heeft weer een half uur staan tetteren met de dochter van den bakker.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.