Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
verhevenheid, bult, toef, buil
dim. totske
ook in Lier & omgeving
WNT:
znw. m. en vr., mv. -en. Woord van onbekende herkomst met klankexpressieve waarde. Het verband gelegd met toorts, stuit niet op semantische, wel op phonetische bezwaren, daar in het antw. r voor dentalen occlusief niet verdwijnt. (schuerm. (1865-1870)
1. (Z.-O.-Vl.) In elkaar gedraaide, verwarde massa, dot.
2. (Z.-O.-Vl.) Met betr. tot de bloeiwijze van een plant: groepje bloemen die dicht op elkaar staan; toef.
3. (Brab. en Antw.) Wsch. in aansl. bij de betekenis 2): naam voor versch. soorten van planten: o.a. toorts
" Als hij stampt of duwt, geeft dat zo’ne tots op mijn buik. Soms staat mijn buik plots ook superscheef omdat z’n perzikpoepje er dan zo uitsteekt, …" (9maand.be)
“De geboorte van een ‘sterrenkijkertje’ is steeds een moeilijke, pijnlijke en heel zware bevalling waarbij men een zuignap zal moeten gebruiken om de kleine tijdens het persen trachten te keren, waarbij de baby er een tots op het hoofdje aan overhoudt.” (blog senorennet.be)
“Ik weet wel als het een grasweide is en het is goed gefreesd, dan moeten we al geen bang hebben dat er totsen en echt putten in komen liggen.” (time4x.be)
“Dit bleek dan een bavarois te zijn van bosvruchten, geserveerd met een tots crème fraîche. Lekker, dat wel.” (nl.yelp.be)
In alle hevigheid ben ik met mijne kop tegen de deur gebotst en nu staat er nen blauwe tots op mijn voorhoofd.
1) door krabben en schrapen bij elkaar voegen
2) kleine brokjes bij elkaar vegen
3) fig.: met kleine beetjes bij elkaar vergaren (bv. geld)
4) snel, vluchtig bij elkaar nemen
1) Als ge die boter van de randen van dat potteke bijeenschaart, kunt ge daar gemakkelijk nog een boterham mee smeren.
2) De Jean heeft altijd de gewoonte om de kruimels van de tafel met de wreef van zijn hand bijeen te scharen, ze aan de rand van de tafel in zijn andere hand te vegen om ze tenslotte in een snelle beweging in zijn hoog opengesperde mond te laten verdwijnen.
3) vicram.waarbenjij.nu/reisverslag: ‘miljaarde! Het is weer zover, kheb ne poef in den trol, alhoewel ik had gezworen om nooit meer een poef te hebben. Maar mijn thee met rum verslaving werd mij weer te machig, waardoor ik verzwakte en weer naar de poef greep. Ik zal dus weer een paar weken moeten verdwijnen uit den trol totdat ik wat geld bijeengeschaard heb.’ (poef, op de ~)
4) Onze Jeroen, die heeft zijn turngerief bijeengeschaard en is hals over kop op zijne fiets vertrokken.
met, in
> op de trein, op het vliegtuig: in (de trein, het vliegtuig)
> op de fiets: met de fiets
Om aan te geven dat men zich in een openbaar voertuig zoals een trein, bus of tram bevindt, wordt het voorzetsel ‘in’ gebruikt. Dat gebruik is standaardtaal in het hele taalgebied. Combinaties met ‘op’ zijn standaardtaal in België. Taaladvies.net
zie ook café, op ~
Gisteren zat ik met een brede grijns op de trein naar Brussel. Ik had immers net vernomen dat omwille van een ongeval de E40 richting Brussel volledig was afgezet. Met de complete verkeerschaos als logisch gevolg. Terwijl anderen in hun wagen de tijd zagen voorbijgaan, flitste ik aan hoge snelheid door het groene ontwakende landschap van Vlaams-Brabant.
We zaten nog maar net op het vliegtuig in Brussel en ik kreeg al de vraag of wij ook naar Australia gingen.
Elk jaar in de mei rijden we op de velo naar Scherpenheuvel.
1) door krabben en schrapen bij elkaar voegen
2) kleine brokjes bij elkaar vegen
3) fig.: met kleine beetjes bij elkaar vergaren (bv. geld)
4) snel, vluchtig bij elkaar nemen
1) Als ge die boter van de randen van dat potteke bijeenschaart, kunt ge daar gemakkelijk nog een boterham mee smeren.
2) De Jean heeft altijd de gewoonte om de kruimels van de tafel met de wreef van zijn hand bijeen te scharen, ze aan de rand van de tafel in zijn andere hand te vegen om ze tenslotte in een snelle beweging in zijn hoog opengesperde mond te laten verdwijnen.
3) vicram.waarbenjij.nu/reisverslag: ‘miljaarde! Het is weer zover, kheb ne poef in den trol, alhoewel ik had gezworen om nooit meer een poef te hebben. Maar mijn thee met rum verslaving werd mij weer te machig, waardoor ik verzwakte en weer naar de poef greep. Ik zal dus weer een paar weken moeten verdwijnen uit den trol totdat ik wat geld bijeengeschaard heb.’ (poef, op de ~)
4) Onze Jeroen, die heeft zijn turngerief bijeengeschaard en is hals over kop op zijne fiets vertrokken.
krabben, scharen
Etymologiebank:
- scharten (krabben – 1873) van schaarde, vgl. schart gedissimileerd uit scharren.
- scharten, schartelen ono.w., intens. vorming van scharrelen.
WNT:
onz. zw. ww. Door dissimilatie uit Scharren. Thans alleen in Z.-Ndl.
1. Krabben, schrabben.
2. Ruw afvijlen (vuylsteke, Smid).
3. Onzekere, zoekende en tastende of strevende bewegingen maken (met de hand of met het lichaam).
4. Zich tallooze kleine en onplezierige moeiten geven om een doel te bereiken.
Ols het jukt (jeukt), moei je scharten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.