Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vechten, fysiek en/of verbaal
zie ook batteren
> Fr.: battre
WNT: Gewest., m.n. in Vl.-België en in het Bargoensch. Ook in den vorm badderen (Aarschot)
het gaat er badderen
matchen, klikken: meestal in de betekenis van relaties
SN boteren: het botert niet tussen hen
Het bottert niet goed niet meer tussen die 2.
Ze heeft een nieuwe vriend en het bottert precies goed.
matchen, klikken: meestal in de betekenis van relaties
SN boteren: het botert niet tussen hen
Het bottert niet goed niet meer tussen die 2.
Ze heeft een nieuwe vriend en het bottert precies goed.
- luid klinken, lawaai maken, hevig botsen
- hevig zijn, hevig dingen ondernemen
Amail die bal bottert nogal tegen de muur.
Ge bottert nogal op de trap, kunt ge niet wat zachter naar boven gaan. Het is precies een kudde olifanten.
Als er een camion voorbij ons huis rijdt, dan zouden de glazen uit de kast botteren.
Ge hebt nogal gebotterd in de hof, ge ziet er zwart van.
met een bal spelen, sjotten, voetballen; allicht synoniem van ‘stuiteren, stuiten’
zie ook: botter
WNT: Botteren (botten), springen, loopen, draven
”Hij bottert over ’t veld”, schuerm. (1865-1870)
Ha hei laank gebotterd veu dattem nao hoas gekomen es.
(Hij heeft lang gevoetbald eer hij naar huis gekomen is.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.