Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
flesje of blikje bier dat men eventueel kan uitschenken in een pintje
Een gevaarlijk stapel botervlootjes, charcuterie en pintjes in een overvolle koelkast. U kent het vast. Maar deze zes studenten van de Limburgse Hogeschool PXL bedachten de oplossing: zwevende bierflesjes. (HBVL 080315)
Haal een pintje uit de ijskast, zet je computer aan en volg de Pukkelpopconcerten live vanuit je luie zetel. (pukkelpop.be)
glas bier
Etymologiebank: In het Belgisch-Nederlands is pint(je) nog steeds het gewone woord voor een glas bier (meestal pils). (M. Philippa)
SN: VD 2013 online: glas pils
in Vlaanderen toch meer specifiek toegepast:
1. een glas pils (meestal 1/4 l = 25cl of 1/3 l = 33 cl, resp. een klein of een grote pint)
2. het bierglas
3. het drinkglas
4. een al dan niet alcoholische drank (eventueel op café):
- Een pint zou me nu wel smaken.
- Gaan we in den Engel een pint drinken? (die pint kan dan gelijk wel bier of andere drank zijn)
- Hij heeft precies wat teveel pinten gedronken. (zat zijn)
zie ook pintje, pinten pakken
1. Een goeie cafébaas weet hoe hij zijn pinten moet tappen.
2. Een goeie cafébaas weet hoe hij zijn pinten moet spoelen.
2. Er is een actie bij Jupiler: Bij een bak krijgt ge gratis een pint.
3. Die saus lengt ge vervolgens aan met een pint water.
3. Vakantie – Stacaravan te koop: stacaravan merk nordstar caravan 9m op3.10 m voortent 9 m op2.70m , keukengerei, potten, pannen, borden, tassen, pinten, … (www.internetgazet.be)
4. Zijt ge gisteren weer pinten gaan drinken?
glas bier
Etymologiebank: In het Belgisch-Nederlands is pint(je) nog steeds het gewone woord voor een glas bier (meestal pils). (M. Philippa)
SN: VD 2013 online: glas pils
in Vlaanderen toch meer specifiek toegepast:
1. een glas pils (meestal 1/4 l = 25cl of 1/3 l = 33 cl, resp. een klein of een grote pint)
2. het bierglas
3. een al dan niet alcoholische drank (eventueel op café):
- Een pint zou me nu wel smaken.
- Gaan we in den Engel een pint drinken? (die pint kan dan gelijk wel bier of andere drank zijn)
- Hij heeft precies wat teveel pinten gedronken. (zat zijn)
zie ook pintje, pinten pakken
1. Een goeie cafébaas weet hoe hij zijn pinten moet tappen.
2. Een goeie cafébaas weet hoe hij zijn pinten moet spoelen.
2. Er is een actie bij Jupiler: Bij een bak krijgt ge gratis een pint.
2. Die saus lengt ge vervolgens aan met een pint water.
3. Zijt ge gisteren weer pinten gaan drinken?
- boeleke, kindje dat goed in het vlees zit
- klein kind
- iemand die klein van gestalte is
zie ook dopke, klein ~
Ze is gisteren bevallen van een kerngezond kindje, ’t weegt drie kilo, ’t is een echt dropke.
Maar mijn klein dropke toch, kom eens bij ons oma…
Mijn nichtje is een klein dropke: 25 jaar en amper 1.50m groot.
- boeleke, kindje dat goed in het vlees zit
- klein kind
- iemand die klein van gestalte is
Ze is gisteren bevallen van een kerngezond kindje, ’t weegt drie kilo, ’t is een echt dropke.
Maar mijn klein dropke toch, kom eens bij ons oma…
Mijn nichtje is een klein dropke: 25 jaar en amper 1.50m groot.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.