Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bijnaam van een Aalstenaar
Uitspraak: A jo-an.
Dit heeft niets te maken met ajuinen/uien maar wel met het feit dat iemand uit de streek van Aalst wanneer hij iets bevestigt altijd zegt:
A joan (mannelijk) en A joas (vrouwelijk)
Hei zoa da gedoan? Ajoas. Heeft zij dat gedaan? Awel ja.
Ajuin is de naam van een Aalstenaar.
Uitgesproken A jo-an.
Dit heeft niets te maken met ajuinen/uien maar wel met het feit dat iemand uit de streek van Aalst wanneer hij iets bevestigt altijd zegt:
A joan (mannelijk) en A joas (vrouwelijk)
Hei zoa da gedoan? Ajoas. Heeft zij dat gedaan? Awel ja.
- iemand waar ge geen staat op kunt maken, maar er zit een vergoelijkende toon aan vast
- scheldnaam
zie ook kiek, kieken
vgl ook vetjuin
Joenge gij zijt toch nen ajuin. Waarom hebt ge dat nu weer gedaan?
Ajuin dat ge zijt!
ui
< Oudfrans o(i)gnon < Lat. unionem; de ontlening is blijkbaar van vóór 1187
Ik begin altijd te bleiten als ik ajuinen moet pellen.
“Die reessems van ajuyn, hangende achter op den rugge” (Poirters, ed. 1688).
ui
< Oudfrans o(i)gnon < Lat. unionem; de ontlening is blijkbaar van vóór 1187
in de provincie Antwerpen ook een scheldnaam
vgl ook vetjuin
Ik begin altijd te bleiten als ik ajuinen moet pellen.
“Die reessems van ajuyn, hangende achter op den rugge” (Poirters, ed. 1688).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.