Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
staking door het personeel van het spoor
SN-NL: spoorwegstaking
VD2015 online:
spoorstaking: .BE (>148.000 ); .NL (>6.400 vele mbt BE)
spoorwegstaking: .BE (>700); .NL (>17.200)
nieuwsblad.be: Machinistenbond ASTB roept niet op tot spoorstaking.
deredactie.be: De eerstvolgende spoorstaking staat gepland voor 6 en 7 januari. Het sociaal conflict bij de spoorwegen zit nu al enkele weken muurvast.
vtm.be: Vooral de studenten zijn de dupe van de spoorstaking van woensdag en donderdag. In een aantal scholen is de examenperiode al begonnen
lomp persoon, iemand die niet verder ziet dan zijn neus lang is, iemand die oppervlakkig nadenkt en de gevolgen ervan niet inziet
Ze gaan een kindje uit het buitenland adopteren; geen baby maar eentje van 3 of 4 jaar, omdat de papa geen stinkende pampers wil verversen. Maar bij die gedachte heeft hij niet stilgestaan dat het kind wel eens een vreemde, onverstaanbare taal zou kunnen spreken. Zo’nen doef!
wankel, kramikkel
zie ook krammakkelijk, krammikkelig, krak, een ouw ~
Het paard trok de krakkemakkige kar over het bospad.
Dat bouwwerk staat maar krakkemakkig ineen.
krakkemikkig, oud, vervallen, wankel, bouwvallig
vgl karremikkig, krakkemakkig, krak, een ouw ~ en varianten
Het had wel iets, We waren de enige twee touristen in een krakkemikkel busje. (reisverslag: http://merelzuidamerika.waarbenjij.nu/)
Daarstraks heb ik een krakkemikkele stoel naar het containerpark gebracht.
Die houten kast staat maar krakkemikkel op zijn poten. Als ge er tegen blaast, hebt ge kans dat ze ineenstuikt (ineenstuiken).
Mijn autooke is wel 13 jaar maar nog altijd niet krakkemikkel.
iets ouds, meestal gezegd van een auto
zie ook krakkemikkel, krakkemakkig
> Latijn: carucca, krakkemikkig rijtuig, ploeg
> Germaanse talen: oud dier
WNT: Krak (de, m./v., ~ken): Een vooral in Z.-Nederl. gebruikelijk woord, dat waarschijnlijk verwant is met kraken of krakken.
- Een persoon of zaak die (b.v. door onderdom) minderwaardig is geworden, ”versleten” is.
- Een oud nietswaardig ding.
Binnenkort zal het geld kosten om met zo’n ouw krak in ’t Stad (stad, ’t ~) rond te rijden.
Dien ouwe krak van een oven heeft zijne geest gegeven.
Die snoeperd van een 50-er heeft zijn ouw krak ingeleverd voor een poppemie van 25.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.